ذَٰلِكَ جَزَآؤُهُمْ جَهَنَّمُ بِمَا كَفَرُوا۟ وَٱتَّخَذُوٓا۟ ءَايَٰتِى وَرُسُلِى هُزُوًا
Thalika jazaohum jahannamu bima kafaroo waittakhathoo ayatee warusulee huzuwan
Dit zal hunne belooning zijn; namelijk de hel, omdat zij niet geloofd, en mijne teekens en gezanten bespot hebben.
إِنَّ ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ وَعَمِلُوا۟ ٱلصَّٰلِحَٰتِ كَانَتْ لَهُمْ جَنَّٰتُ ٱلْفِرْدَوْسِ نُزُلًا
Inna allatheena amanoo waAAamiloo alssalihati kanat lahum jannatu alfirdawsi nuzulan
Maar wat hen betreft, die gelooven en goede werken doen, zij zullen de gaarden van het paradijs tot hun verblijf hebben.
خَٰلِدِينَ فِيهَا لَا يَبْغُونَ عَنْهَا حِوَلًا
Khalideena feeha la yabghoona AAanha hiwalan
Zij zullen voor eeuwig daarin verblijven en zullen geene verandering daarin wenschen.
قُل لَّوْ كَانَ ٱلْبَحْرُ مِدَادًا لِّكَلِمَٰتِ رَبِّى لَنَفِدَ ٱلْبَحْرُ قَبْلَ أَن تَنفَدَ كَلِمَٰتُ رَبِّى وَلَوْ جِئْنَا بِمِثْلِهِۦ مَدَدًا
Qul law kana albahru midadan likalimati rabbee lanafida albahru qabla an tanfada kalimatu rabbee walaw jina bimithlihi madadan
Zeg: Indien de zee inkt ware, om de woorden van mijn Heer te beschrijven, waarlijk dan zou de zee eerder te kort schieten, dan dat de woorden van mijn Heer zouden falen; zelfs indien wij daartoe eene andere, gelijke zee zouden gebruiken.
قُلْ إِنَّمَآ أَنَا۠ بَشَرٌ مِّثْلُكُمْ يُوحَىٰٓ إِلَىَّ أَنَّمَآ إِلَٰهُكُمْ إِلَٰهٌ وَٰحِدٌ فَمَن كَانَ يَرْجُوا۟ لِقَآءَ رَبِّهِۦ فَلْيَعْمَلْ عَمَلًا صَٰلِحًا وَلَا يُشْرِكْ بِعِبَادَةِ رَبِّهِۦٓ أَحَدًۢا
Qul innama ana basharun mithlukum yooha ilayya annama ilahukum ilahun wahidun faman kana yarjoo liqaa rabbihi falyaAAmal AAamalan salihan wala yushrik biAAibadati rabbihi ahadan
Zeg: waarlijk, ik ben slechts een mensch zoo als gij zijt. Het is mij geopenbaard, dat uw Heer een eenige God is; laat dus hem, die voor zijn Heer wil verschijnen, rechtvaardig handelen, en laat hem in de aanbidding van zijn Heer geen ander met hem vereenigen.
ذِكْرُ رَحْمَتِ رَبِّكَ عَبْدَهُۥ زَكَرِيَّآ
Thikru rahmati rabbika AAabdahu zakariyya
Zie hier eene herinnering van de genade van uwen Heer, omtrent zijn dienaar Zacharias.
إِذْ نَادَىٰ رَبَّهُۥ نِدَآءً خَفِيًّا
Ith nada rabbahu nidaan khafiyyan
Toen hij zijn Heer aanriep met eene geheime aanroeping.
قَالَ رَبِّ إِنِّى وَهَنَ ٱلْعَظْمُ مِنِّى وَٱشْتَعَلَ ٱلرَّأْسُ شَيْبًا وَلَمْ أَكُنۢ بِدُعَآئِكَ رَبِّ شَقِيًّا
Qala rabbi innee wahana alAAathmu minnee waishtaAAala alrrasu shayban walam akun biduAAaika rabbi shaqiyyan
En zeide O Heer! waarlijk mijne beenderen zijn verzwakt en mijn hoofd is wit geworden door grijsheid. En ik was nimmer ongelukkig in mijne gebeden tot u, o Heer!
وَإِنِّى خِفْتُ ٱلْمَوَٰلِىَ مِن وَرَآءِى وَكَانَتِ ٱمْرَأَتِى عَاقِرًا فَهَبْ لِى مِن لَّدُنكَ وَلِيًّا
Wainnee khiftu almawaliya min waraee wakanati imraatee AAaqiran fahab lee min ladunka waliyyan
Maar ik vrees mijne bloedverwanten, die mij zullen opvolgen; want mijne vrouw is onvruchtbaar: geef mij dus een opvolger uit mijn eigen lichaam van u.
Contact Us
Thanks for reaching out.
We'll get back to you soon.