Baca Surah Qasasdengan terjemahan
وَنُرِيدُ أَن نَّمُنَّ عَلَى ٱلَّذِينَ ٱسْتُضْعِفُوا۟ فِى ٱلْأَرْضِ وَنَجْعَلَهُمْ أَئِمَّةً وَنَجْعَلَهُمُ ٱلْوَٰرِثِينَ
Wanureedu an namunna AAala allatheena istudAAifoo fee alardi wanajAAalahum aimmatan wanajAAalahumu alwaritheena
En het behaagde ons genadig te zijn nopens de zwakken van het land, en hen tot toonbeelden van godsdienst te maken, en tot erfgenamen van de welvaart van Pharao en zijn volk;
وَنُمَكِّنَ لَهُمْ فِى ٱلْأَرْضِ وَنُرِىَ فِرْعَوْنَ وَهَٰمَٰنَ وَجُنُودَهُمَا مِنْهُم مَّا كَانُوا۟ يَحْذَرُونَ
Wanumakkina lahum fee alardi wanuriya firAAawna wahamana wajunoodahuma minhum ma kanoo yahtharoona
En om eene plaats voor hen op de aarde te vestigen, en Pharao en Haman en hunne strijdkrachten de vernietiging van hun koninkrijk en van hun volk te vertoonen, welke zij trachtten te vermijden.
وَأَوْحَيْنَآ إِلَىٰٓ أُمِّ مُوسَىٰٓ أَنْ أَرْضِعِيهِ فَإِذَا خِفْتِ عَلَيْهِ فَأَلْقِيهِ فِى ٱلْيَمِّ وَلَا تَخَافِى وَلَا تَحْزَنِىٓ إِنَّا رَآدُّوهُ إِلَيْكِ وَجَاعِلُوهُ مِنَ ٱلْمُرْسَلِينَ
Waawhayna ila ommi moosa an ardiAAeehi faitha khifti AAalayhi faalqeehi fee alyammi wala takhafee wala tahzanee inna raddoohu ilayki wajaAAiloohu mina almursaleena
En wij leidden de moeder van Mozes door openbaring, zeggende: Zoog hem, en indien gij voor hem vreest werp hem in de rivier; vrees dan niet meer en wees niet bedroefd; want wij zullen hem u teruggeven en zullen hem tot een onzer gezanten aanwijzen.
فَٱلْتَقَطَهُۥٓ ءَالُ فِرْعَوْنَ لِيَكُونَ لَهُمْ عَدُوًّا وَحَزَنًا إِنَّ فِرْعَوْنَ وَهَٰمَٰنَ وَجُنُودَهُمَا كَانُوا۟ خَٰطِـِٔينَ
Failtaqatahu alu firAAawna liyakoona lahum AAaduwwan wahazanan inna firAAawna wahamana wajunoodahuma kanoo khatieena
En toen zij het kind in het korfje gelegd en het in de rivier geworpen had, nam het gezin van Pharao hem op, terwijl de Voorzienigheid wilde, dat hij een vijand en eene droefheid voor hen zou worden. Waarlijk Pharao en Haman en hunne krijgers waren zondaren.
وَقَالَتِ ٱمْرَأَتُ فِرْعَوْنَ قُرَّتُ عَيْنٍ لِّى وَلَكَ لَا تَقْتُلُوهُ عَسَىٰٓ أَن يَنفَعَنَآ أَوْ نَتَّخِذَهُۥ وَلَدًا وَهُمْ لَا يَشْعُرُونَ
Waqalati imraatu firAAawna qurratu AAaynin lee walaka la taqtuloohu AAasa an yanfaAAana aw nattakhithahu waladan wahum la yashAAuroona
En de vrouw van Pharao zeide: Dit kind is een vermaak voor het oog, zoowel voor u als voor mij: dood hem niet; misschien kan het gebeuren, dat hij ons van dienst zij; of laten wij hem tot onzen zoon aannemen. En zij voorzagen de gevolgen niet van hetgeen zij deden.
وَأَصْبَحَ فُؤَادُ أُمِّ مُوسَىٰ فَٰرِغًا إِن كَادَتْ لَتُبْدِى بِهِۦ لَوْلَآ أَن رَّبَطْنَا عَلَىٰ قَلْبِهَا لِتَكُونَ مِنَ ٱلْمُؤْمِنِينَ
Waasbaha fuadu ommi moosa farighan in kadat latubdee bihi lawla an rabatna AAala qalbiha litakoona mina almumineena
En het hart der moeder van Mozes werd met vrees vervuld, en zij zou bijkans zijne afkomst hebben ontdekt, hadden wij haar hart niet met standvastigheid gewapend, opdat zij een van hen zou wezen, die Gods beloften gelooven.
وَقَالَتْ لِأُخْتِهِۦ قُصِّيهِ فَبَصُرَتْ بِهِۦ عَن جُنُبٍ وَهُمْ لَا يَشْعُرُونَ
Waqalat liokhtihi qusseehi fabasurat bihi AAan junubin wahum la yashAAuroona
En zij zeide tot zijne zuster: Volg hem. En zij bespiedde hem op een afstand en de anderen bemerkten het niet.
وَحَرَّمْنَا عَلَيْهِ ٱلْمَرَاضِعَ مِن قَبْلُ فَقَالَتْ هَلْ أَدُلُّكُمْ عَلَىٰٓ أَهْلِ بَيْتٍ يَكْفُلُونَهُۥ لَكُمْ وَهُمْ لَهُۥ نَٰصِحُونَ
Waharramna AAalayhi almaradiAAa min qablu faqalat hal adullukum AAala ahli baytin yakfuloonahu lakum wahum lahu nasihoona
Wij stonden hem niet toe, de borsten der minnen te nemen, welke verschaft waren, alvorens zijne zuster kwam en zeide: Zal ik u tot eene min brengen die hem voor u zoogen en zorg voor hem dragen zal? En, op hunne begeerte bracht zij zijne moeder tot hen.
فَرَدَدْنَٰهُ إِلَىٰٓ أُمِّهِۦ كَىْ تَقَرَّ عَيْنُهَا وَلَا تَحْزَنَ وَلِتَعْلَمَ أَنَّ وَعْدَ ٱللَّهِ حَقٌّ وَلَٰكِنَّ أَكْثَرَهُمْ لَا يَعْلَمُونَ
Faradadnahu ila ommihi kay taqarra AAaynuha wala tahzana walitaAAlama anna waAAda Allahi haqqun walakinna aktharahum la yaAAlamoona
Zoo gaven wij hem aan zijne moeder terug, opdat zij zich weder zou troosten en opdat zij niet bedroefd zou worden, en opdat zij weten zou, dat de belofte van God waar was; maar het grootste deel der menschen kent de waarheid niet.
وَلَمَّا بَلَغَ أَشُدَّهُۥ وَٱسْتَوَىٰٓ ءَاتَيْنَٰهُ حُكْمًا وَعِلْمًا وَكَذَٰلِكَ نَجْزِى ٱلْمُحْسِنِينَ
Walamma balagha ashuddahu waistawa ataynahu hukman waAAilman wakathalika najzee almuhsineena
En toen Mozes zijn ouderdom van rijpheid had bereikt en tot een volwassen mensch was geworden, schonken wij hem wijsheid en kennis; zoo beloonen wij den deugdzame.
Contact Us
Thanks for reaching out.
We'll get back to you soon.