قراءة سورة يونسمع الترجمة
وَإِذَا تُتْلَىٰ عَلَيْهِمْ ءَايَاتُنَا بَيِّنَٰتٍ قَالَ ٱلَّذِينَ لَا يَرْجُونَ لِقَآءَنَا ٱئْتِ بِقُرْءَانٍ غَيْرِ هَٰذَآ أَوْ بَدِّلْهُ قُلْ مَا يَكُونُ لِىٓ أَنْ أُبَدِّلَهُۥ مِن تِلْقَآئِ نَفْسِىٓ إِنْ أَتَّبِعُ إِلَّا مَا يُوحَىٰٓ إِلَىَّ إِنِّىٓ أَخَافُ إِنْ عَصَيْتُ رَبِّى عَذَابَ يَوْمٍ عَظِيمٍ
Waitha tutla AAalayhim ayatuna bayyinatin qala allatheena la yarjoona liqaana iti biquranin ghayri hatha aw baddilhu qul ma yakoonu lee an obaddilahu min tilqai nafsee in attabiAAu illa ma yooha ilayya innee akhafu in AAasaytu rabbee AAathaba yawmin AAatheemin
Indien onze duidelijke teekens hun worden medegedeeld, zeggen degenen, die niet hopen, ons bij de opstanding te zien: Breng een Koran die van dezen verschilt, of breng er eenige verandering in. Antwoord: Het is niet voegzaam voor mij, dat ik dien naar mijn welgevallen zou veranderen: Ik volg alleen datgene wat mij werd geopenbaard. Waarlijk, ik vrees de straf van den grooten dag, indien ik mijn Heer ongehoorzaam zou zijn.
قُل لَّوْ شَآءَ ٱللَّهُ مَا تَلَوْتُهُۥ عَلَيْكُمْ وَلَآ أَدْرَىٰكُم بِهِۦ فَقَدْ لَبِثْتُ فِيكُمْ عُمُرًا مِّن قَبْلِهِۦٓ أَفَلَا تَعْقِلُونَ
Qul law shaa Allahu ma talawtuhu AAalaykum wala adrakum bihi faqad labithtu feekum AAumuran min qablihi afala taAAqiloona
Zeg: Indien het Gode had behaagd, zou ik ze (de verzen) u niet voorlezen en nimmer zou ik u die hebben doen kennen. Ik heb reeds tot den ouderdom van veertig jaren onder u gewoond, alvorens ik die ontving. Zult gij het dan niet begrijpen?
فَمَنْ أَظْلَمُ مِمَّنِ ٱفْتَرَىٰ عَلَى ٱللَّهِ كَذِبًا أَوْ كَذَّبَ بِـَٔايَٰتِهِۦٓ إِنَّهُۥ لَا يُفْلِحُ ٱلْمُجْرِمُونَ
Faman athlamu mimmani iftara AAala Allahi kathiban aw kaththaba biayatihi innahu la yuflihu almujrimoona
En wie is onrechtvaardiger dan hij die eene leugen tegen God uitdenkt, of zijne teekens van valschheid beschuldigt? Waarlijk, de boozen zullen geen voorspoed genieten.
وَيَعْبُدُونَ مِن دُونِ ٱللَّهِ مَا لَا يَضُرُّهُمْ وَلَا يَنفَعُهُمْ وَيَقُولُونَ هَٰٓؤُلَآءِ شُفَعَٰٓؤُنَا عِندَ ٱللَّهِ قُلْ أَتُنَبِّـُٔونَ ٱللَّهَ بِمَا لَا يَعْلَمُ فِى ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَلَا فِى ٱلْأَرْضِ سُبْحَٰنَهُۥ وَتَعَٰلَىٰ عَمَّا يُشْرِكُونَ
WayaAAbudoona min dooni Allahi ma la yadurruhum wala yanfaAAuhum wayaqooloona haolai shufaAAaona AAinda Allahi qul atunabbioona Allaha bima la yaAAlamu fee alssamawati wala fee alardi subhanahu wataAAala AAamma yushrikoona
Zij aanbidden naast God datgene, wat hun schaden noch bevoordeelen kan, en zij zeggen: Dit zijn onze tusschenpersonen bij God. Antwoord: Zoudt gij God iets in den hemel of op de aarde kunnen doen kennen wat hij niet kent?. Geloofd zij hij! en het zij verre van hem, wat gij met hem vereenigt!
وَمَا كَانَ ٱلنَّاسُ إِلَّآ أُمَّةً وَٰحِدَةً فَٱخْتَلَفُوا۟ وَلَوْلَا كَلِمَةٌ سَبَقَتْ مِن رَّبِّكَ لَقُضِىَ بَيْنَهُمْ فِيمَا فِيهِ يَخْتَلِفُونَ
Wama kana alnnasu illa ommatan wahidatan faikhtalafoo walawla kalimatun sabaqat min rabbika laqudiya baynahum feema feehi yakhtalifoona
De menschen beleden vroeger slechts éénen godsdienst, doch zij werden daarna verdeeld, en indien Gods woord, waardoor hunne straf werd uitgesteld, niet vooraf geopenbaard ware geworden, zou het onderwerp hunner geschillen thans beslist zijn.
وَيَقُولُونَ لَوْلَآ أُنزِلَ عَلَيْهِ ءَايَةٌ مِّن رَّبِّهِۦ فَقُلْ إِنَّمَا ٱلْغَيْبُ لِلَّهِ فَٱنتَظِرُوٓا۟ إِنِّى مَعَكُم مِّنَ ٱلْمُنتَظِرِينَ
Wayaqooloona lawla onzila AAalayhi ayatun min rabbihi faqul innama alghaybu lillahi faintathiroo innee maAAakum mina almuntathireena
Zij zeggen dat, zoolang hun geen teeken van hunnen Heer wordt nedergezonden, zij niet zullen gelooven. Antwoord: Waarlijk, het verborgene is alleen aan God bekend; wacht dus, en ik zal met u wachten.
وَإِذَآ أَذَقْنَا ٱلنَّاسَ رَحْمَةً مِّنۢ بَعْدِ ضَرَّآءَ مَسَّتْهُمْ إِذَا لَهُم مَّكْرٌ فِىٓ ءَايَاتِنَا قُلِ ٱللَّهُ أَسْرَعُ مَكْرًا إِنَّ رُسُلَنَا يَكْتُبُونَ مَا تَمْكُرُونَ
Waitha athaqna alnnasa rahmatan min baAAdi darraa massathum itha lahum makrun fee ayatina quli Allahu asraAAu makran inna rusulana yaktuboona ma tamkuroona
En toen wij de bewoners van Mekka onze genade deden proeven, nadat zij door ongelukken waren overvallen, onthoudt het, dachten zij eene list tegen onze teekens uit. Zeg hun: God is behendiger in het uitvoeren eener list dan gij. Waarlijk, onze gezanten schrijven op wat gij bedriegelijk uitdenkt.
هُوَ ٱلَّذِى يُسَيِّرُكُمْ فِى ٱلْبَرِّ وَٱلْبَحْرِ حَتَّىٰٓ إِذَا كُنتُمْ فِى ٱلْفُلْكِ وَجَرَيْنَ بِهِم بِرِيحٍ طَيِّبَةٍ وَفَرِحُوا۟ بِهَا جَآءَتْهَا رِيحٌ عَاصِفٌ وَجَآءَهُمُ ٱلْمَوْجُ مِن كُلِّ مَكَانٍ وَظَنُّوٓا۟ أَنَّهُمْ أُحِيطَ بِهِمْ دَعَوُا۟ ٱللَّهَ مُخْلِصِينَ لَهُ ٱلدِّينَ لَئِنْ أَنجَيْتَنَا مِنْ هَٰذِهِۦ لَنَكُونَنَّ مِنَ ٱلشَّٰكِرِينَ
Huwa allathee yusayyirukum fee albarri waalbahri hatta itha kuntum fee alfulki wajarayna bihim bireehin tayyibatin wafarihoo biha jaatha reehun AAasifun wajaahumu almawju min kulli makanin wathannoo annahum oheeta bihim daAAawoo Allaha mukhliseena lahu alddeena lain anjaytana min hathihi lanakoonanna mina alshshakireena
Hij is het, die u op de vaste aarde en op de zee geleidt: als gij u in schepen bevindt en daar mede zeilt door een gunstigen wind, verheugt gij u daarin. En als hen een ongunstige wind overvalt en de golven van alle zijden op hen aankomen, en zij zich door onvermijdelijke gevaren bedreigd zien, roepen zij God aan met een oprecht geloof, zeggende: Waarlijk, indien gij ons van dit gevaar bevrijdt, zullen wij dankbaar zijn.
فَلَمَّآ أَنجَىٰهُمْ إِذَا هُمْ يَبْغُونَ فِى ٱلْأَرْضِ بِغَيْرِ ٱلْحَقِّ يَٰٓأَيُّهَا ٱلنَّاسُ إِنَّمَا بَغْيُكُمْ عَلَىٰٓ أَنفُسِكُم مَّتَٰعَ ٱلْحَيَوٰةِ ٱلدُّنْيَا ثُمَّ إِلَيْنَا مَرْجِعُكُمْ فَنُنَبِّئُكُم بِمَا كُنتُمْ تَعْمَلُونَ
Falamma anjahum itha hum yabghoona fee alardi bighayri alhaqqi ya ayyuha alnnasu innama baghyukum AAala anfusikum mataAAa alhayati alddunya thumma ilayna marjiAAukum fanunabbiokum bima kuntum taAAmaloona
Maar toen hij hen had bevrijd, onthoudt het, gedroegen zij zich boos op aarde, zonder rechtvaardigheid. O menschen! waarlijk, het geweld dat gij uwe eigene zielen aandoet, is alleen voor het vermaak van dit leven; daarna zult gij tot ons terugkeeren en wij zullen u verklaren wat gij hebt gedaan.
إِنَّمَا مَثَلُ ٱلْحَيَوٰةِ ٱلدُّنْيَا كَمَآءٍ أَنزَلْنَٰهُ مِنَ ٱلسَّمَآءِ فَٱخْتَلَطَ بِهِۦ نَبَاتُ ٱلْأَرْضِ مِمَّا يَأْكُلُ ٱلنَّاسُ وَٱلْأَنْعَٰمُ حَتَّىٰٓ إِذَآ أَخَذَتِ ٱلْأَرْضُ زُخْرُفَهَا وَٱزَّيَّنَتْ وَظَنَّ أَهْلُهَآ أَنَّهُمْ قَٰدِرُونَ عَلَيْهَآ أَتَىٰهَآ أَمْرُنَا لَيْلًا أَوْ نَهَارًا فَجَعَلْنَٰهَا حَصِيدًا كَأَن لَّمْ تَغْنَ بِٱلْأَمْسِ كَذَٰلِكَ نُفَصِّلُ ٱلْءَايَٰتِ لِقَوْمٍ يَتَفَكَّرُونَ
Innama mathalu alhayati alddunya kamain anzalnahu mina alssamai faikhtalata bihi nabatu alardi mimma yakulu alnnasu waalanAAamu hatta itha akhathati alardu zukhrufaha waizzayyanat wathanna ahluha annahum qadiroona AAalayha ataha amruna laylan aw naharan fajaAAalnaha haseedan kaan lam taghna bialamsi kathalika nufassilu alayati liqawmin yatafakkaroona
Waarlijk, de gelijkenis van het tegenwoordige leven is niet anders dan water, dat wij van den hemel nederzenden, en waarmede de voortbrengselen der aarde zijn vermengd, waarvan de menschen eten en het vee, tot de aarde, na het opslorpen er van, haar kleed ontvangt en met verschillende planten wordt bedekt. Hare bewoners verbeelden zich, dat zij er de macht over hebben; maar ons bevel komt des nachts of bij dag, en dadelijk is het met den oogst, alsof er den vorigen dag nog niets ware geweest. Zoo leggen wij onze teekens uit, voor hen die overwegen.
يقوم الباحث الإسلامي بجلب القرآن, mp3 القرآن الكريم اليك حتى يجعل تلاوته أكثر سهولة. مع أداة إستكشاف القرآن، بضغطة زر يُمكنك إختيار الصورة التي ترغب في تلاوتها! مٌقدماً لك الترجمة والنسخ بالعربية والعديد من اللغات الأخرى، لم تكن تلاوة القرآن بهذه السهولة من قبل. قراءة سعيدة!
روابط سريعة
Contact Us
Thanks for reaching out.
We'll get back to you soon.