قراءة سورة الأحقافمع الترجمة
وَوَصَّيْنَا ٱلْإِنسَٰنَ بِوَٰلِدَيْهِ إِحْسَٰنًا حَمَلَتْهُ أُمُّهُۥ كُرْهًا وَوَضَعَتْهُ كُرْهًا وَحَمْلُهُۥ وَفِصَٰلُهُۥ ثَلَٰثُونَ شَهْرًا حَتَّىٰٓ إِذَا بَلَغَ أَشُدَّهُۥ وَبَلَغَ أَرْبَعِينَ سَنَةً قَالَ رَبِّ أَوْزِعْنِىٓ أَنْ أَشْكُرَ نِعْمَتَكَ ٱلَّتِىٓ أَنْعَمْتَ عَلَىَّ وَعَلَىٰ وَٰلِدَىَّ وَأَنْ أَعْمَلَ صَٰلِحًا تَرْضَىٰهُ وَأَصْلِحْ لِى فِى ذُرِّيَّتِىٓ إِنِّى تُبْتُ إِلَيْكَ وَإِنِّى مِنَ ٱلْمُسْلِمِينَ
Wawassayna alinsana biwalidayhi ihsanan hamalathu ommuhu kurhan wawadaAAathu kurhan wahamluhu wafisaluhu thalathoona shahran hatta itha balagha ashuddahu wabalagha arbaAAeena sanatan qala rabbi awziAAnee an ashkura niAAmataka allatee anAAamta AAalayya waAAala walidayya waan aAAmala salihan tardahu waaslih lee fee thurriyyatee innee tubtu ilayka wainnee mina almuslimeena
Wij hebben den mensch geboden, zijne ouders goed te behandelen; zijne moeder baarde hem uit hare lendenen met pijn, en bracht hem met pijn voort; en de tijdruimte der zwangerschap en de zoging tot aan zijne spening, is dertig maanden. Hij bereikt den ouderdom van zijne sterkte, en den ouderdom van veertig jaren en zegt:. O Heer! spoor mij aan door uwe ingeving opdat ik dankbaar moge zijn voor uwe gunsten, waarmede gij mij en mijne ouders hebt begiftigd, en dat ik rechtvaardigheid mogen uitoefenen, naar uw welbehagen, en wees mij en mijne nakomelingschap genadig; want ik ben tot u gewend en ik ben een Moslem.
أُو۟لَٰٓئِكَ ٱلَّذِينَ نَتَقَبَّلُ عَنْهُمْ أَحْسَنَ مَا عَمِلُوا۟ وَنَتَجَاوَزُ عَن سَيِّـَٔاتِهِمْ فِىٓ أَصْحَٰبِ ٱلْجَنَّةِ وَعْدَ ٱلصِّدْقِ ٱلَّذِى كَانُوا۟ يُوعَدُونَ
Olaika allatheena nataqabbalu AAanhum ahsana ma AAamiloo wanatajawazu AAan sayyiatihim fee ashabi aljannati waAAda alssidqi allathee kanoo yooAAadoona
Dit zijn zij, van welke wij de goede werken aannemen, welke zij hebben verricht, en wier slechte daden wij voorbij gaan; en zij zullen onder de bewoners van het paradijs zijn: Dit is eene ware belofte, welke in deze wereld is gedaan.
وَٱلَّذِى قَالَ لِوَٰلِدَيْهِ أُفٍّ لَّكُمَآ أَتَعِدَانِنِىٓ أَنْ أُخْرَجَ وَقَدْ خَلَتِ ٱلْقُرُونُ مِن قَبْلِى وَهُمَا يَسْتَغِيثَانِ ٱللَّهَ وَيْلَكَ ءَامِنْ إِنَّ وَعْدَ ٱللَّهِ حَقٌّ فَيَقُولُ مَا هَٰذَآ إِلَّآ أَسَٰطِيرُ ٱلْأَوَّلِينَ
Waallathee qala liwalidayhi offin lakuma ataAAidaninee an okhraja waqad khalati alquroonu min qablee wahuma yastagheethani Allaha waylaka amin inna waAAda Allahi haqqun fayaqoolu ma hatha illa asateeru alawwaleena
Hij die tot zijne ouders zegt: Foei! gij belooft mij, dat ik uit het graf opgeroepen en weder levend worden zal, nadat verscheiden geslachten voor mij voorbijgegaan zijn, en niemand van hen is teruggekeerd. Zijne ouders zullen Gods bijstand voor hem inroepen en tot hunnen zoon zeggen: Wee u! Geloof; want de belofte van God is waarheid. Maar hij zal antwoorden: Dit zijn slechts dwaze fabelen der ouden.
أُو۟لَٰٓئِكَ ٱلَّذِينَ حَقَّ عَلَيْهِمُ ٱلْقَوْلُ فِىٓ أُمَمٍ قَدْ خَلَتْ مِن قَبْلِهِم مِّنَ ٱلْجِنِّ وَٱلْإِنسِ إِنَّهُمْ كَانُوا۟ خَٰسِرِينَ
Olaika allatheena haqqa AAalayhimu alqawlu fee umamin qad khalat min qablihim mina aljinni waalinsi innahum kanoo khasireena
Dit zal een zijn dergenen, wier vonnis reeds op de volkeren van geniussen en menschen, die vóór hen waren, rechtvaardig is toegepast. Zij zullen zekerlijk te gronde gaan.
وَلِكُلٍّ دَرَجَٰتٌ مِّمَّا عَمِلُوا۟ وَلِيُوَفِّيَهُمْ أَعْمَٰلَهُمْ وَهُمْ لَا يُظْلَمُونَ
Walikullin darajatun mimma AAamiloo waliyuwaffiyahum aAAmalahum wahum la yuthlamoona
Voor ieder is een zekere graad van geluk of ellende gereed gemaakt, overeenkomstig hetgeen zij verricht zullen hebben, opdat God hen voor hunne werken moge beloonen, en zij niet onrechtvaardig worden behandeld.
وَيَوْمَ يُعْرَضُ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ عَلَى ٱلنَّارِ أَذْهَبْتُمْ طَيِّبَٰتِكُمْ فِى حَيَاتِكُمُ ٱلدُّنْيَا وَٱسْتَمْتَعْتُم بِهَا فَٱلْيَوْمَ تُجْزَوْنَ عَذَابَ ٱلْهُونِ بِمَا كُنتُمْ تَسْتَكْبِرُونَ فِى ٱلْأَرْضِ بِغَيْرِ ٱلْحَقِّ وَبِمَا كُنتُمْ تَفْسُقُونَ
Wayawma yuAAradu allatheena kafaroo AAala alnnari athhabtum tayyibatikum fee hayatikumu alddunya waistamtaAAtum biha faalyawma tujzawna AAathaba alhooni bima kuntum tastakbiroona fee alardi bighayri alhaqqi wabima kuntum tafsuqoona
Op een zekeren dag zullen de ongeloovigen voor het hellevuur geplaatst worden, en men zal tot hen zeggen: Gij ontvingt uwe goede dingen, gedurende den tijd uws levens, terwijl gij in de wereld waart; gij hebt die verkwist en hebt u gehaast die te genieten; daarom zult gij op dezen dag met de straf der schande worden vergolden, omdat gij u onbeschaamd op de aarde hebt gedragen, zonder rechtvaardigheid en omdat gij gezondigd hebt.
وَٱذْكُرْ أَخَا عَادٍ إِذْ أَنذَرَ قَوْمَهُۥ بِٱلْأَحْقَافِ وَقَدْ خَلَتِ ٱلنُّذُرُ مِنۢ بَيْنِ يَدَيْهِ وَمِنْ خَلْفِهِۦٓ أَلَّا تَعْبُدُوٓا۟ إِلَّا ٱللَّهَ إِنِّىٓ أَخَافُ عَلَيْكُمْ عَذَابَ يَوْمٍ عَظِيمٍ
Waothkur akha AAadin ith anthara qawmahu bialahqafi waqad khalati alnnuthuru min bayni yadayhi wamin khalfihi alla taAAbudoo illa Allaha innee akhafu AAalaykum AAathaba yawmin AAatheemin
Gedenk den broeder van Ad, toen hij in Alahkaf tot zijn volk predikte, waar voor hem en na hem predikers waren, zeggende: Vereert niemand buiten God; waarlijk, ik vrees voor u de straf van den grooten dag.
قَالُوٓا۟ أَجِئْتَنَا لِتَأْفِكَنَا عَنْ ءَالِهَتِنَا فَأْتِنَا بِمَا تَعِدُنَآ إِن كُنتَ مِنَ ٱلصَّٰدِقِينَ
Qaloo ajitana litafikana AAan alihatina fatina bima taAAiduna in kunta mina alssadiqeena
Zij antwoordden: Zijt gij tot ons gekomen, om ons van de vereering onzer goden af te wenden? Breng ons thans de straf, waarmede gij ons bedreigt, indien gij een waarachtig mensch zijt.
قَالَ إِنَّمَا ٱلْعِلْمُ عِندَ ٱللَّهِ وَأُبَلِّغُكُم مَّآ أُرْسِلْتُ بِهِۦ وَلَٰكِنِّىٓ أَرَىٰكُمْ قَوْمًا تَجْهَلُونَ
Qala innama alAAilmu AAinda Allahi waoballighukum ma orsiltu bihi walakinnee arakum qawman tajhaloona
Hij zeide: Waarlijk, de kennis van den tijd, wanneer u uwe straf zal worden opgelegd, is met God, en ik verklaar u slechts datgene, waartoe ik gezonden ben om het u te prediken; maar ik zie, gij zijt een onwetend volk.
فَلَمَّا رَأَوْهُ عَارِضًا مُّسْتَقْبِلَ أَوْدِيَتِهِمْ قَالُوا۟ هَٰذَا عَارِضٌ مُّمْطِرُنَا بَلْ هُوَ مَا ٱسْتَعْجَلْتُم بِهِۦ رِيحٌ فِيهَا عَذَابٌ أَلِيمٌ
Falamma raawhu AAaridan mustaqbila awdiyatihim qaloo hatha AAaridun mumtiruna bal huwa ma istaAAjaltum bihi reehun feeha AAathabun aleemun
En toen zij de voorbereiding zagen, die voor hunne straf werd gemaakt, namelijk eene wolk die de lucht doortrok, en naar hunne valleien dreef, zeiden zij: Dit is eene doortrekkende wolk, die ons regen brengt. Hoed antwoordde: Neen, het is datgene waarvan gij verlangd hebt, dat het verhaast zou worden; een wind, waarin eene gestrenge wraak is.
يقوم الباحث الإسلامي بجلب القرآن, mp3 القرآن الكريم اليك حتى يجعل تلاوته أكثر سهولة. مع أداة إستكشاف القرآن، بضغطة زر يُمكنك إختيار الصورة التي ترغب في تلاوتها! مٌقدماً لك الترجمة والنسخ بالعربية والعديد من اللغات الأخرى، لم تكن تلاوة القرآن بهذه السهولة من قبل. قراءة سعيدة!
روابط سريعة
Contact Us
Thanks for reaching out.
We'll get back to you soon.