Oku Surat AnbiyaSure okuma
يَعْلَمُ مَا بَيْنَ أَيْدِيهِمْ وَمَا خَلْفَهُمْ وَلَا يَشْفَعُونَ إِلَّا لِمَنِ ٱرْتَضَىٰ وَهُم مِّنْ خَشْيَتِهِۦ مُشْفِقُونَ
YaAAlamu ma bayna aydeehim wama khalfahum wala yashfaAAoona illa limani irtada wahum min khashyatihi mushfiqoona
Hij weet wat vóór hen en wat achter hen is; zij zullen voor niemand tusschen beiden treden. Behalve voor wien hem zal behagen, en zij beven uit vrees voor hem.
وَمَن يَقُلْ مِنْهُمْ إِنِّىٓ إِلَٰهٌ مِّن دُونِهِۦ فَذَٰلِكَ نَجْزِيهِ جَهَنَّمَ كَذَٰلِكَ نَجْزِى ٱلظَّٰلِمِينَ
Waman yaqul minhum innee ilahun min doonihi fathalika najzeehi jahannama kathalika najzee alththalimeena
Die engel die zeggen zal: Ik ben een god naast hem, zullen wij met de hel vergelden; want zoo vergelden wij den onrechtvaardige.
أَوَلَمْ يَرَ ٱلَّذِينَ كَفَرُوٓا۟ أَنَّ ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلْأَرْضَ كَانَتَا رَتْقًا فَفَتَقْنَٰهُمَا وَجَعَلْنَا مِنَ ٱلْمَآءِ كُلَّ شَىْءٍ حَىٍّ أَفَلَا يُؤْمِنُونَ
Awalam yara allatheena kafaroo anna alssamawati waalarda kanata ratqan fafataqnahuma wajaAAalna mina almai kulla shayin hayyin afala yuminoona
Weten de ongeloovigen dus niet, dat de hemelen en de aarde vast waren, en dat wij die van een gescheiden hebben, en dat wij door middel van water het leven aan alle dingen geven? Zullen zij dus niet gelooven?
وَجَعَلْنَا فِى ٱلْأَرْضِ رَوَٰسِىَ أَن تَمِيدَ بِهِمْ وَجَعَلْنَا فِيهَا فِجَاجًا سُبُلًا لَّعَلَّهُمْ يَهْتَدُونَ
WajaAAalna fee alardi rawasiya an tameeda bihim wajaAAalna feeha fijajan subulan laAAallahum yahtadoona
En wij plaatsten vaste bergen op de aarde, opdat zij zich niet met hen zou bewegen, en wij maakten breede doorgangen er tusschen, voor paden, opdat zij op hunne reizen zouden geleid worden.
وَجَعَلْنَا ٱلسَّمَآءَ سَقْفًا مَّحْفُوظًا وَهُمْ عَنْ ءَايَٰتِهَا مُعْرِضُونَ
WajaAAalna alssamaa saqfan mahfoothan wahum AAan ayatiha muAAridoona
En wij maakten den hemel tot een goed ondersteund dak. Maar zij wenden zich af van de teekens, die zich daarin bevinden, en vergeten dat zij Gods werk zijn.
وَهُوَ ٱلَّذِى خَلَقَ ٱلَّيْلَ وَٱلنَّهَارَ وَٱلشَّمْسَ وَٱلْقَمَرَ كُلٌّ فِى فَلَكٍ يَسْبَحُونَ
Wahuwa allathee khalaqa allayla waalnnahara waalshshamsa waalqamara kullun fee falakin yasbahoona
Hij is het, die den nacht en den dag en de zon en de maan heeft geschapen; al de hemellichamen bewegen zich snel, ieder in zijne eigen sfeer.
وَمَا جَعَلْنَا لِبَشَرٍ مِّن قَبْلِكَ ٱلْخُلْدَ أَفَإِي۟ن مِّتَّ فَهُمُ ٱلْخَٰلِدُونَ
Wama jaAAalna libasharin min qablika alkhulda afain mitta fahumu alkhalidoona
Wij hebben het eeuwige leven vóór u aan niemand in dit leven geschonken; zouden zij dus onsterfelijk zijn indien gij sterft?
كُلُّ نَفْسٍ ذَآئِقَةُ ٱلْمَوْتِ وَنَبْلُوكُم بِٱلشَّرِّ وَٱلْخَيْرِ فِتْنَةً وَإِلَيْنَا تُرْجَعُونَ
Kullu nafsin thaiqatu almawti wanablookum bialshsharri waalkhayri fitnatan wailayna turjaAAoona
Iedere ziel zal den dood proeven, en wij zullen u beproeven met kwaad en met goed, en tot ons zult gij terugkeeren.
وَإِذَا رَءَاكَ ٱلَّذِينَ كَفَرُوٓا۟ إِن يَتَّخِذُونَكَ إِلَّا هُزُوًا أَهَٰذَا ٱلَّذِى يَذْكُرُ ءَالِهَتَكُمْ وَهُم بِذِكْرِ ٱلرَّحْمَٰنِ هُمْ كَٰفِرُونَ
Waitha raaka allatheena kafaroo in yattakhithoonaka illa huzuwan ahatha allathee yathkuru alihatakum wahum bithikri alrrahmani hum kafiroona
Als de ongeloovigen u zien, ontvangen zij u slechts met spotternij, zeggende: Is dit dezelfde die met verachting van uwe goden spreekt? Maar zij zelven gelooven niet wat hun omtrent den Barmhartige wordt medegedeeld.
خُلِقَ ٱلْإِنسَٰنُ مِنْ عَجَلٍ سَأُو۟رِيكُمْ ءَايَٰتِى فَلَا تَسْتَعْجِلُونِ
Khuliqa alinsanu min AAajalin saoreekum ayatee fala tastaAAjiloona
De mensch is van overhaasting geschapen. Ik zal u hierna mijne teekens toonen, zoodat gij niet zult wenschen dat die verhaast worden.
Contact Us
Thanks for reaching out.
We'll get back to you soon.