Oku Surat ArafSure okuma
أَوَعَجِبْتُمْ أَن جَآءَكُمْ ذِكْرٌ مِّن رَّبِّكُمْ عَلَىٰ رَجُلٍ مِّنكُمْ لِيُنذِرَكُمْ وَلِتَتَّقُوا۟ وَلَعَلَّكُمْ تُرْحَمُونَ
AwaAAajibtum an jaakum thikrun min rabbikum AAala rajulin minkum liyunthirakum walitattaqoo walaAAallakum turhamoona
Verwondert het u, dat eene waarschuwing van uwen Heer tot u is gekomen, door iemand van u, om u te waarschuwen, u zelven te behoeden, opdat gij misschien genade zoudt mogen verwerven?
فَكَذَّبُوهُ فَأَنجَيْنَٰهُ وَٱلَّذِينَ مَعَهُۥ فِى ٱلْفُلْكِ وَأَغْرَقْنَا ٱلَّذِينَ كَذَّبُوا۟ بِـَٔايَٰتِنَآ إِنَّهُمْ كَانُوا۟ قَوْمًا عَمِينَ
Fakaththaboohu faanjaynahu waallatheena maAAahu fee alfulki waaghraqna allatheena kaththaboo biayatina innahum kanoo qawman AAameena
En zij beschuldigden hem van bedrog; doch wij redden hem en die met hem in de ark waren, en wij verdronken hen, die onze teekens van valschheid beschuldigden; want zij waren blind.
وَإِلَىٰ عَادٍ أَخَاهُمْ هُودًا قَالَ يَٰقَوْمِ ٱعْبُدُوا۟ ٱللَّهَ مَا لَكُم مِّنْ إِلَٰهٍ غَيْرُهُۥٓ أَفَلَا تَتَّقُونَ
Waila AAadin akhahum hoodan qala ya qawmi oAAbudoo Allaha ma lakum min ilahin ghayruhu afala tattaqoona
En tot den stam Ad zonden wij hunnen broeder Hoed. Hij zeide: O mijn volk! aanbid God; gij hebt geen anderen God dan hem; wilt gij hem niet vragen?
قَالَ ٱلْمَلَأُ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ مِن قَوْمِهِۦٓ إِنَّا لَنَرَىٰكَ فِى سَفَاهَةٍ وَإِنَّا لَنَظُنُّكَ مِنَ ٱلْكَٰذِبِينَ
Qala almalao allatheena kafaroo min qawmihi inna lanaraka fee safahatin wainna lanathunnuka mina alkathibeena
De opperhoofden van hen onder zijn volk die niet geloofden, antwoordden: Waarlijk, wij zien dat gij door dwaasheid wordt geleid, en wij houden u voor een der leugenaars.
قَالَ يَٰقَوْمِ لَيْسَ بِى سَفَاهَةٌ وَلَٰكِنِّى رَسُولٌ مِّن رَّبِّ ٱلْعَٰلَمِينَ
Qala ya qawmi laysa bee safahatun walakinnee rasoolun min rabbi alAAalameena
Hij antwoordde: O mijn volk! ik word niet door dwaasheid geleid; maar ik ben een gezant bij u van den Heer aller schepselen.
أُبَلِّغُكُمْ رِسَٰلَٰتِ رَبِّى وَأَنَا۠ لَكُمْ نَاصِحٌ أَمِينٌ
Oballighukum risalati rabbee waana lakum nasihun ameenun
Ik breng u de boodschappen van mijn Heer, en ik ben een geloovige raadgever voor u.
أَوَعَجِبْتُمْ أَن جَآءَكُمْ ذِكْرٌ مِّن رَّبِّكُمْ عَلَىٰ رَجُلٍ مِّنكُمْ لِيُنذِرَكُمْ وَٱذْكُرُوٓا۟ إِذْ جَعَلَكُمْ خُلَفَآءَ مِنۢ بَعْدِ قَوْمِ نُوحٍ وَزَادَكُمْ فِى ٱلْخَلْقِ بَصْۜطَةً فَٱذْكُرُوٓا۟ ءَالَآءَ ٱللَّهِ لَعَلَّكُمْ تُفْلِحُونَ
AwaAAajibtum an jaakum thikrun min rabbikum AAala rajulin minkum liyunthirakum waothkuroo ith jaAAalakum khulafaa min baAAdi qawmi noohin wazadakum fee alkhalqi bastatan faothkuroo alaa Allahi laAAallakum tuflihoona
Verwondert gij u, dat eene vermaning tot u gekomen is van uwen Heer, door een man van u, opdat hij u zou waarschuwen? Herinner u dat hij u aan het volk van Noach heeft doen opvolgen, dat hij u eene reusachtige gedaante heeft gegeven. Herinner u Gods weldaden, opdat gij gelukkig zoudt mogen zijn.
قَالُوٓا۟ أَجِئْتَنَا لِنَعْبُدَ ٱللَّهَ وَحْدَهُۥ وَنَذَرَ مَا كَانَ يَعْبُدُ ءَابَآؤُنَا فَأْتِنَا بِمَا تَعِدُنَآ إِن كُنتَ مِنَ ٱلصَّٰدِقِينَ
Qaloo ajitana linaAAbuda Allaha wahdahu wanathara ma kana yaAAbudu abaona fatina bima taAAiduna in kunta mina alssadiqeena
Zij zeiden tot hem: Zijt gij tot ons gekomen, dat wij God alleen aanbidden en de goden verlaten zouden, die door onze vaderen werden aangebeden? Zorg dat uwe bedreigingen in vervulling gaan, indien gij oprecht zijt.
قَالَ قَدْ وَقَعَ عَلَيْكُم مِّن رَّبِّكُمْ رِجْسٌ وَغَضَبٌ أَتُجَٰدِلُونَنِى فِىٓ أَسْمَآءٍ سَمَّيْتُمُوهَآ أَنتُمْ وَءَابَآؤُكُم مَّا نَزَّلَ ٱللَّهُ بِهَا مِن سُلْطَٰنٍ فَٱنتَظِرُوٓا۟ إِنِّى مَعَكُم مِّنَ ٱلْمُنتَظِرِينَ
Qala qad waqaAAa AAalaykum min rabbikum rijsun waghadabun atujadiloonanee fee asmain sammaytumooha antum waabaokum ma nazzala Allahu biha min sultanin faintathiroo innee maAAakum mina almuntathireena
Hoed antwoordde: Thans zullen weldra Gods wraak en toorn op u nederkomen. Wilt gij met mij twisten over de namen welke gij en uwe vaderen hebt genoemd, en waartoe God u geene macht heeft gegeven? Wacht daarop, dan zal ik een dergenen zijn die met u wachten.
فَأَنجَيْنَٰهُ وَٱلَّذِينَ مَعَهُۥ بِرَحْمَةٍ مِّنَّا وَقَطَعْنَا دَابِرَ ٱلَّذِينَ كَذَّبُوا۟ بِـَٔايَٰتِنَا وَمَا كَانُوا۟ مُؤْمِنِينَ
Faanjaynahu waallatheena maAAahu birahmatin minna waqataAAna dabira allatheena kaththaboo biayatina wama kanoo mumineena
En wij bevrijdden hem en hen die met hem hadden geloofd, door onze genade, en wij sneden het grootste gedeelte af van hen die onze teekens van valschheid beschuldigden en geene geloovigen waren.
Contact Us
Thanks for reaching out.
We'll get back to you soon.