قراءة سورة الحشرمع الترجمة
مَّآ أَفَآءَ ٱللَّهُ عَلَىٰ رَسُولِهِۦ مِنْ أَهْلِ ٱلْقُرَىٰ فَلِلَّهِ وَلِلرَّسُولِ وَلِذِى ٱلْقُرْبَىٰ وَٱلْيَتَٰمَىٰ وَٱلْمَسَٰكِينِ وَٱبْنِ ٱلسَّبِيلِ كَىْ لَا يَكُونَ دُولَةًۢ بَيْنَ ٱلْأَغْنِيَآءِ مِنكُمْ وَمَآ ءَاتَىٰكُمُ ٱلرَّسُولُ فَخُذُوهُ وَمَا نَهَىٰكُمْ عَنْهُ فَٱنتَهُوا۟ وَٱتَّقُوا۟ ٱللَّهَ إِنَّ ٱللَّهَ شَدِيدُ ٱلْعِقَابِ
Ma afaa Allahu AAala rasoolihi min ahli alqura falillahi walilrrasooli walithee alqurba waalyatama waalmasakeeni waibni alssabeeli kay la yakoona doolatan bayna alaghniyai minkum wama atakumu alrrasoolu fakhuthoohu wama nahakum AAanhu faintahoo waittaqoo Allaha inna Allaha shadeedu alAAiqabi
De buit der bewoners van de steden die God aan zijn gezant heeft geschonken is aan God en zijn gezant verschuldigd, en aan hem, die tot de nabestaanden van den gezant behoort, en aan de weezen en aan den arme en aan den reiziger, opdat die niet immer in een kring zoude verdeeld worden, van diegenen uwer, welke rijk zijn. Neemt aan wat de profeet u zal geven, en onthoudt u van hetgeen hij u verbiedt, en vreest God; want God is gestreng in het kastijden.
لِلْفُقَرَآءِ ٱلْمُهَٰجِرِينَ ٱلَّذِينَ أُخْرِجُوا۟ مِن دِيَٰرِهِمْ وَأَمْوَٰلِهِمْ يَبْتَغُونَ فَضْلًا مِّنَ ٱللَّهِ وَرِضْوَٰنًا وَيَنصُرُونَ ٱللَّهَ وَرَسُولَهُۥٓ أُو۟لَٰٓئِكَ هُمُ ٱلصَّٰدِقُونَ
Lilfuqarai almuhajireena allatheena okhrijoo min diyarihim waamwalihim yabtaghoona fadlan mina Allahi waridwanan wayansuroona Allaha warasoolahu olaika humu alssadiqoona
Ook behoort een deel aan de arme Mohajerin die van hunne huizen en hunne bezittingen werden beroofd, terwijl zij naar Gods gunst en naar zijn welgevallen streefden en God en zijn gezant bijstonden. Dit zijn de lieden der waarachtigheid.
وَٱلَّذِينَ تَبَوَّءُو ٱلدَّارَ وَٱلْإِيمَٰنَ مِن قَبْلِهِمْ يُحِبُّونَ مَنْ هَاجَرَ إِلَيْهِمْ وَلَا يَجِدُونَ فِى صُدُورِهِمْ حَاجَةً مِّمَّآ أُوتُوا۟ وَيُؤْثِرُونَ عَلَىٰٓ أَنفُسِهِمْ وَلَوْ كَانَ بِهِمْ خَصَاصَةٌ وَمَن يُوقَ شُحَّ نَفْسِهِۦ فَأُو۟لَٰٓئِكَ هُمُ ٱلْمُفْلِحُونَ
Waallatheena tabawwaoo alddara waaleemana min qablihim yuhibboona man hajara ilayhim wala yajidoona fee sudoorihim hajatan mimma ootoo wayuthiroona AAala anfusihim walaw kana bihim khasasatun waman yooqa shuhha nafsihi faolaika humu almuflihoona
En zij die, vóór hen, de stad Medina geheel bezaten en het geloof zonder beletsel beleden, beminnen dengeen, die tot hen is gevlucht, en vinden in hunne borsten geene begeerte naar datgene wat den Mohajerin werd gegeven, maar verkiezen die boven zich zelven, hoewel zij mede door nooddruftigheid worden gekweld. En hij die zich voor de gierigheid zijner eigene ziel behoedt, zal zeker voorspoed genieten.
وَٱلَّذِينَ جَآءُو مِنۢ بَعْدِهِمْ يَقُولُونَ رَبَّنَا ٱغْفِرْ لَنَا وَلِإِخْوَٰنِنَا ٱلَّذِينَ سَبَقُونَا بِٱلْإِيمَٰنِ وَلَا تَجْعَلْ فِى قُلُوبِنَا غِلًّا لِّلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ رَبَّنَآ إِنَّكَ رَءُوفٌ رَّحِيمٌ
Waallatheena jaoo min baAAdihim yaqooloona rabbana ighfir lana waliikhwanina allatheena sabaqoona bialeemani wala tajAAal fee quloobina ghillan lillatheena amanoo rabbana innaka raoofun raheemun
En zij die na hen zijn gekomen zeggen: O Heer! vergeef ons en onze broederen, die ons in het geloof zijn voorgegaan, en werp geen kwaden wil in onze harten, omtrent hen, die geloofd hebben: O Heer! Waarlijk, gij zijt medelijdend en genadig.
أَلَمْ تَرَ إِلَى ٱلَّذِينَ نَافَقُوا۟ يَقُولُونَ لِإِخْوَٰنِهِمُ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ مِنْ أَهْلِ ٱلْكِتَٰبِ لَئِنْ أُخْرِجْتُمْ لَنَخْرُجَنَّ مَعَكُمْ وَلَا نُطِيعُ فِيكُمْ أَحَدًا أَبَدًا وَإِن قُوتِلْتُمْ لَنَنصُرَنَّكُمْ وَٱللَّهُ يَشْهَدُ إِنَّهُمْ لَكَٰذِبُونَ
Alam tara ila allatheena nafaqoo yaqooloona liikhwanihimu allatheena kafaroo min ahli alkitabi lain okhrijtum lanakhrujanna maAAakum wala nuteeAAu feekum ahadan abadan wain qootiltum lanansurannakum waAllahu yashhadu innahum lakathiboona
Hebt gij degenen niet gezien, welke huichelachtig zijn. Zij zeggen tot hunne broeders, van degenen welke de schriften hebben ontvangen, en die niet gelooven: Waarlijk, indien gij uit uwe woningen wordt verdreven, zullen wij zekerlijk met u vertrekken; wij zullen nimmer iemand gehoorzamen als er sprake van u zal zijn, en indien gij wordt aangevallen, zullen wij u zekerlijk bijstaan. Maar God is getuige, dat zij leugenaars zijn.
لَئِنْ أُخْرِجُوا۟ لَا يَخْرُجُونَ مَعَهُمْ وَلَئِن قُوتِلُوا۟ لَا يَنصُرُونَهُمْ وَلَئِن نَّصَرُوهُمْ لَيُوَلُّنَّ ٱلْأَدْبَٰرَ ثُمَّ لَا يُنصَرُونَ
Lain okhrijoo la yakhrujoona maAAahum walain qootiloo la yansuroonahum walain nasaroohum layuwallunna aladbara thumma la yunsaroona
Waarlijk, indien zij verdreven worden, zullen dezen niet met hen heengaan, en indien zij aangevallen worden, zullen deze hen niet bijstaan en indien zij hen al in 't eerst bijstaan, zullen zij hun de ruggen toewenden, en zij zullen niet ondersteund worden.
لَأَنتُمْ أَشَدُّ رَهْبَةً فِى صُدُورِهِم مِّنَ ٱللَّهِ ذَٰلِكَ بِأَنَّهُمْ قَوْمٌ لَّا يَفْقَهُونَ
Laantum ashaddu rahbatan fee sudoorihim mina Allahi thalika biannahum qawmun la yafqahoona
Waarlijk, gij zijt sterker dan zij, uithoofde van de vrees, die door God in hunne borsten is geworpen. Dit is omdat zij lieden zonder doorzicht zijn.
لَا يُقَٰتِلُونَكُمْ جَمِيعًا إِلَّا فِى قُرًى مُّحَصَّنَةٍ أَوْ مِن وَرَآءِ جُدُرٍۭ بَأْسُهُم بَيْنَهُمْ شَدِيدٌ تَحْسَبُهُمْ جَمِيعًا وَقُلُوبُهُمْ شَتَّىٰ ذَٰلِكَ بِأَنَّهُمْ قَوْمٌ لَّا يَعْقِلُونَ
La yuqatiloonakum jameeAAan illa fee quran muhassanatin aw min warai judurin basuhum baynahum shadeedun tahsabuhum jameeAAan waquloobuhum shatta thalika biannahum qawmun la yaAAqiloona
Zij zullen niet vereenigd tegen u strijden, behalve in versterkte steden of van achter muren. Hunne hevigheid in den oorlog onder elkander is groot: gij denkt dat zij vereenigd zijn, maar hunne harten zijn verdeeld. Dit is, omdat zij lieden zijn, die niet begrijpen willen.
كَمَثَلِ ٱلَّذِينَ مِن قَبْلِهِمْ قَرِيبًا ذَاقُوا۟ وَبَالَ أَمْرِهِمْ وَلَهُمْ عَذَابٌ أَلِيمٌ
Kamathali allatheena min qablihim qareeban thaqoo wabala amrihim walahum AAathabun aleemun
Gelijk degenen, die hen voorafgingen hebben zij het booze gevolg van hunne daden geproefd, en eene pijnlijke straf is hiernamaals voor hen gereed gemaakt.
كَمَثَلِ ٱلشَّيْطَٰنِ إِذْ قَالَ لِلْإِنسَٰنِ ٱكْفُرْ فَلَمَّا كَفَرَ قَالَ إِنِّى بَرِىٓءٌ مِّنكَ إِنِّىٓ أَخَافُ ٱللَّهَ رَبَّ ٱلْعَٰلَمِينَ
Kamathali alshshaytani ith qala lilinsani okfur falamma kafara qala innee bareeon minka innee akhafu Allaha rabba alAAalameena
Zoo hebben de huichelaars de Joden bedrogen; gelijk de duivel, toen hij tot een mensch zeide: Wees een ongeloovige! En toen hij een ongeloovige was geworden, riep hij: Waarlijk, ik ben onschuldig aan u; want ik vrees God, den Heer van alle schepselen.
يقوم الباحث الإسلامي بجلب القرآن, mp3 القرآن الكريم اليك حتى يجعل تلاوته أكثر سهولة. مع أداة إستكشاف القرآن، بضغطة زر يُمكنك إختيار الصورة التي ترغب في تلاوتها! مٌقدماً لك الترجمة والنسخ بالعربية والعديد من اللغات الأخرى، لم تكن تلاوة القرآن بهذه السهولة من قبل. قراءة سعيدة!
روابط سريعة
Contact Us
Thanks for reaching out.
We'll get back to you soon.