Oku Surat MuminunSure okuma
تَلْفَحُ وُجُوهَهُمُ ٱلنَّارُ وَهُمْ فِيهَا كَٰلِحُونَ
Talfahu wujoohahumu alnnaru wahum feeha kalihoona
Het vuur zal hunne aangezichten verteren en zij zullen hunne monden uit angst samentrekken.
أَلَمْ تَكُنْ ءَايَٰتِى تُتْلَىٰ عَلَيْكُمْ فَكُنتُم بِهَا تُكَذِّبُونَ
Alam takun ayatee tutla AAalaykum fakuntum biha tukaththiboona
En er zal tot hen gezegd worden: Werden mijne teekenen u niet herinnerd en hebt gij die niet van valschheid beschuldigd?
قَالُوا۟ رَبَّنَا غَلَبَتْ عَلَيْنَا شِقْوَتُنَا وَكُنَّا قَوْمًا ضَآلِّينَ
Qaloo rabbana ghalabat AAalayna shiqwatuna wakunna qawman dalleena
Zij zullen antwoorden: O Heer! ons ongeluk beheerschte ons en wij wendden ons af.
رَبَّنَآ أَخْرِجْنَا مِنْهَا فَإِنْ عُدْنَا فَإِنَّا ظَٰلِمُونَ
Rabbana akhrijna minha fain AAudna fainna thalimoona
O Heer! neem ons weg uit dit vuur; indien we tot onze vroegere zonden terugkeeren, zijn wij zekerlijk onrechtvaardig.
قَالَ ٱخْسَـُٔوا۟ فِيهَا وَلَا تُكَلِّمُونِ
Qala ikhsaoo feeha wala tukallimooni
God zal hun zeggen: Gij blijft er in, en richt het woord niet tot mij.
إِنَّهُۥ كَانَ فَرِيقٌ مِّنْ عِبَادِى يَقُولُونَ رَبَّنَآ ءَامَنَّا فَٱغْفِرْ لَنَا وَٱرْحَمْنَا وَأَنتَ خَيْرُ ٱلرَّٰحِمِينَ
Innahu kana fareequn min AAibadee yaqooloona rabbana amanna faighfir lana wairhamna waanta khayru alrrahimeena
Toen een gedeelte van mijn dienaren uitriep: O Heer! wij gelooven: vergeef ons dus en wees ons genadig; want waarlijk gij zijt de genadigste.
فَٱتَّخَذْتُمُوهُمْ سِخْرِيًّا حَتَّىٰٓ أَنسَوْكُمْ ذِكْرِى وَكُنتُم مِّنْهُمْ تَضْحَكُونَ
Faittakhathtumoohum sikhriyyan hatta ansawkum thikree wakuntum minhum tadhakoona
Hebt gij hen met spotternijen ontvangen, zoodat deze u mijne vermaning deden vergeten, en gij hebt hun tot voorwerpen uwer spotternijen gemaakt.
إِنِّى جَزَيْتُهُمُ ٱلْيَوْمَ بِمَا صَبَرُوٓا۟ أَنَّهُمْ هُمُ ٱلْفَآئِزُونَ
Innee jazaytuhumu alyawma bima sabaroo annahum humu alfaizoona
Ik heb hen heden beloond, omdat zij de beleedigingen, welke gij hun hebt aangedaan, met geduld hebben gedragen: waarlijk, zij genieten een groot geluk.
قَٰلَ كَمْ لَبِثْتُمْ فِى ٱلْأَرْضِ عَدَدَ سِنِينَ
Qala kam labithtum fee alardi AAadada sineena
God zal zeggen: Hoeveel jaren hebt gij op aarde doorgebracht?
قَالُوا۟ لَبِثْنَا يَوْمًا أَوْ بَعْضَ يَوْمٍ فَسْـَٔلِ ٱلْعَآدِّينَ
Qaloo labithna yawman aw baAAda yawmin faisali alAAaddeena
Zij zullen antwoorden: Wij hebben daar een dag of een gedeelte van een dag doorgebracht, maar vraag hun die rekening te houden.
Contact Us

Thanks for reaching out.
We'll get back to you soon.