Oku Surat QalamSure okuma
أَمْ لَهُمْ شُرَكَآءُ فَلْيَأْتُوا۟ بِشُرَكَآئِهِمْ إِن كَانُوا۟ صَٰدِقِينَ
Am lahum shurakao falyatoo bishurakaihim in kanoo sadiqeena
Of hebben zij makkers, die borg voor hen blijven? Laat hen dan hunne makkers toonen, indien zij de waarheid spreken.
يَوْمَ يُكْشَفُ عَن سَاقٍ وَيُدْعَوْنَ إِلَى ٱلسُّجُودِ فَلَا يَسْتَطِيعُونَ
Yawma yukshafu AAan saqin wayudAAawna ila alssujoodi fala yastateeAAoona
Op een zekeren dag zal het been ontbloot worden, en zij zullen opgeroepen worden om te aanbidden; maar zij zullen daartoe niet in staat zijn.
خَٰشِعَةً أَبْصَٰرُهُمْ تَرْهَقُهُمْ ذِلَّةٌ وَقَدْ كَانُوا۟ يُدْعَوْنَ إِلَى ٱلسُّجُودِ وَهُمْ سَٰلِمُونَ
KhashiAAatan absaruhum tarhaquhum thillatun waqad kanoo yudAAawna ila alssujoodi wahum salimoona
Hunne oogen zullen nedergeslagen zijn en zij zullen door de schande worden gevolgd, omdat zij tot de vereering van God werden uitgenoodigd, terwijl zij in zekerheid waren, maar niet wilden hooren.
فَذَرْنِى وَمَن يُكَذِّبُ بِهَٰذَا ٱلْحَدِيثِ سَنَسْتَدْرِجُهُم مِّنْ حَيْثُ لَا يَعْلَمُونَ
Fatharnee waman yukaththibu bihatha alhadeethi sanastadrijuhum min haythu la yaAAlamoona
Spreek dus niet ten gunste van hen, die deze openbaring van bedrog beschuldigen. Wij zullen hen allengs tot de vernietiging voeren, langs wegen die zij niet kennen.
وَأُمْلِى لَهُمْ إِنَّ كَيْدِى مَتِينٌ
Waomlee lahum inna kaydee mateenun
Ik zal hun een ruimen tijd verleenen; want mijne krijgslist is onfeilbaar.
أَمْ تَسْـَٔلُهُمْ أَجْرًا فَهُم مِّن مَّغْرَمٍ مُّثْقَلُونَ
Am tasaluhum ajran fahum min maghramin muthqaloona
Vraagt gij hun eenige belooning voor uwe prediking? Maar zij zijn met schulden beladen.
أَمْ عِندَهُمُ ٱلْغَيْبُ فَهُمْ يَكْتُبُونَ
Am AAindahumu alghaybu fahum yaktuboona
Zijn de geheimen der toekomst met hen, en schrijven zij die van de tafel van Gods besluiten af?
فَٱصْبِرْ لِحُكْمِ رَبِّكَ وَلَا تَكُن كَصَاحِبِ ٱلْحُوتِ إِذْ نَادَىٰ وَهُوَ مَكْظُومٌ
Faisbir lihukmi rabbika wala takun kasahibi alhooti ith nada wahuwa makthoomun
Wacht dus geduldig het oordeel van uwen Heer af, en wees niet zoo als hij, die door den visch werd verzwolgen toen hij God aanriep, terwijl hij innerlijk toornig was.
لَّوْلَآ أَن تَدَٰرَكَهُۥ نِعْمَةٌ مِّن رَّبِّهِۦ لَنُبِذَ بِٱلْعَرَآءِ وَهُوَ مَذْمُومٌ
Lawla an tadarakahu niAAmatun min rabbihi lanubitha bialAAarai wahuwa mathmoomun
Had de genade van zijn Heer hem niet bereikt, dan ware hij zeker, met schaamte bedekt, op de naaste kust geworpen geworden.
فَٱجْتَبَٰهُ رَبُّهُۥ فَجَعَلَهُۥ مِنَ ٱلصَّٰلِحِينَ
Faijtabahu rabbuhu fajaAAalahu mina alssaliheena
Maar zijn Heer koos hem, en maakte hem tot een der rechtvaardigen.
Contact Us
Thanks for reaching out.
We'll get back to you soon.