Oku Surat QalamSure okuma
فَذَرْنِى وَمَن يُكَذِّبُ بِهَٰذَا ٱلْحَدِيثِ سَنَسْتَدْرِجُهُم مِّنْ حَيْثُ لَا يَعْلَمُونَ
Fatharnee waman yukaththibu bihatha alhadeethi sanastadrijuhum min haythu la yaAAlamoona
Spreek dus niet ten gunste van hen, die deze openbaring van bedrog beschuldigen. Wij zullen hen allengs tot de vernietiging voeren, langs wegen die zij niet kennen.
وَأُمْلِى لَهُمْ إِنَّ كَيْدِى مَتِينٌ
Waomlee lahum inna kaydee mateenun
Ik zal hun een ruimen tijd verleenen; want mijne krijgslist is onfeilbaar.
أَمْ تَسْـَٔلُهُمْ أَجْرًا فَهُم مِّن مَّغْرَمٍ مُّثْقَلُونَ
Am tasaluhum ajran fahum min maghramin muthqaloona
Vraagt gij hun eenige belooning voor uwe prediking? Maar zij zijn met schulden beladen.
أَمْ عِندَهُمُ ٱلْغَيْبُ فَهُمْ يَكْتُبُونَ
Am AAindahumu alghaybu fahum yaktuboona
Zijn de geheimen der toekomst met hen, en schrijven zij die van de tafel van Gods besluiten af?
فَٱصْبِرْ لِحُكْمِ رَبِّكَ وَلَا تَكُن كَصَاحِبِ ٱلْحُوتِ إِذْ نَادَىٰ وَهُوَ مَكْظُومٌ
Faisbir lihukmi rabbika wala takun kasahibi alhooti ith nada wahuwa makthoomun
Wacht dus geduldig het oordeel van uwen Heer af, en wees niet zoo als hij, die door den visch werd verzwolgen toen hij God aanriep, terwijl hij innerlijk toornig was.
لَّوْلَآ أَن تَدَٰرَكَهُۥ نِعْمَةٌ مِّن رَّبِّهِۦ لَنُبِذَ بِٱلْعَرَآءِ وَهُوَ مَذْمُومٌ
Lawla an tadarakahu niAAmatun min rabbihi lanubitha bialAAarai wahuwa mathmoomun
Had de genade van zijn Heer hem niet bereikt, dan ware hij zeker, met schaamte bedekt, op de naaste kust geworpen geworden.
فَٱجْتَبَٰهُ رَبُّهُۥ فَجَعَلَهُۥ مِنَ ٱلصَّٰلِحِينَ
Faijtabahu rabbuhu fajaAAalahu mina alssaliheena
Maar zijn Heer koos hem, en maakte hem tot een der rechtvaardigen.
وَإِن يَكَادُ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ لَيُزْلِقُونَكَ بِأَبْصَٰرِهِمْ لَمَّا سَمِعُوا۟ ٱلذِّكْرَ وَيَقُولُونَ إِنَّهُۥ لَمَجْنُونٌ
Wain yakadu allatheena kafaroo layuzliqoonaka biabsarihim lamma samiAAoo alththikra wayaqooloona innahu lamajnoonun
Er ontbreekt slechts weinig aan, of de ongeloovigen zouden u met hunne arglistige blikken nederwerpen, als zij de vermaning van den Koran hooren; en zij zeggen: Hij is zekerlijk bezeten.
وَمَا هُوَ إِلَّا ذِكْرٌ لِّلْعَٰلَمِينَ
Wama huwa illa thikrun lilAAalameena
Maar hij (de Koran) is slechts eene vermaning aan alle schepselen.
Contact Us
Thanks for reaching out.
We'll get back to you soon.