Oku Surat Taubah ile Dutchçeviren Salomo Keyzer
بَرَآءَةٌ مِّنَ ٱللَّهِ وَرَسُولِهِۦٓ إِلَى ٱلَّذِينَ عَٰهَدتُّم مِّنَ ٱلْمُشْرِكِينَ
Baraatun mina Allahi warasoolihi ila allatheena AAahadtum mina almushrikeena
Eene verklaring van vrijstelling van God en zijn gezant, aan zoodanige afgodendienaars, met welke gij een verbond hebt aangegaan.
فَسِيحُوا۟ فِى ٱلْأَرْضِ أَرْبَعَةَ أَشْهُرٍ وَٱعْلَمُوٓا۟ أَنَّكُمْ غَيْرُ مُعْجِزِى ٱللَّهِ وَأَنَّ ٱللَّهَ مُخْزِى ٱلْكَٰفِرِينَ
Faseehoo fee alardi arbaAAata ashhurin waiAAlamoo annakum ghayru muAAjizee Allahi waanna Allaha mukhzee alkafireena
Ga en reis gedurende vier maanden met zekerheid op aarde, en weet dat gij God niet zult verzwakken, en dat God de ongeloovigen zal schandvlekken.
وَأَذَٰنٌ مِّنَ ٱللَّهِ وَرَسُولِهِۦٓ إِلَى ٱلنَّاسِ يَوْمَ ٱلْحَجِّ ٱلْأَكْبَرِ أَنَّ ٱللَّهَ بَرِىٓءٌ مِّنَ ٱلْمُشْرِكِينَ وَرَسُولُهُۥ فَإِن تُبْتُمْ فَهُوَ خَيْرٌ لَّكُمْ وَإِن تَوَلَّيْتُمْ فَٱعْلَمُوٓا۟ أَنَّكُمْ غَيْرُ مُعْجِزِى ٱللَّهِ وَبَشِّرِ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ بِعَذَابٍ أَلِيمٍ
Waathanun mina Allahi warasoolihi ila alnnasi yawma alhajji alakbari anna Allaha bareeon mina almushrikeena warasooluhu fain tubtum fahuwa khayrun lakum wain tawallaytum faiAAlamoo annakum ghayru muAAjizee Allahi wabashshiri allatheena kafaroo biAAathabin aleemin
En eene verklaring van God en zijn gezant voor het volk, op den dag van den grooteren pelgrimstocht, dat God vrij is, en ook zijn gezant, omtrent de afgodendienaars. Daarom zal het beter voor u zijn, indien gij berouw betoont; maar indien gij u afwendt, weet dan, dat gij God niet zult verzwakken. Kondig den ongeloovigen eene pijnlijke straf aan.
إِلَّا ٱلَّذِينَ عَٰهَدتُّم مِّنَ ٱلْمُشْرِكِينَ ثُمَّ لَمْ يَنقُصُوكُمْ شَيْـًٔا وَلَمْ يُظَٰهِرُوا۟ عَلَيْكُمْ أَحَدًا فَأَتِمُّوٓا۟ إِلَيْهِمْ عَهْدَهُمْ إِلَىٰ مُدَّتِهِمْ إِنَّ ٱللَّهَ يُحِبُّ ٱلْمُتَّقِينَ
Illa allatheena AAahadtum mina almushrikeena thumma lam yanqusookum shayan walam yuthahiroo AAalaykum ahadan faatimmoo ilayhim AAahdahum ila muddatihim inna Allaha yuhibbu almuttaqeena
Uitgenomen zulke afgodendienaars waarmede gij een verbond hebt aangegaan, en die dit later op geenerlei wijze schenden, noch een ander tegen u bijstaan. Handhaaf dus het verbond dat gij met hen hebt aangegaan, tot hun tijd zal zijn verloopen; want God bemint hen die hem vreezen.
فَإِذَا ٱنسَلَخَ ٱلْأَشْهُرُ ٱلْحُرُمُ فَٱقْتُلُوا۟ ٱلْمُشْرِكِينَ حَيْثُ وَجَدتُّمُوهُمْ وَخُذُوهُمْ وَٱحْصُرُوهُمْ وَٱقْعُدُوا۟ لَهُمْ كُلَّ مَرْصَدٍ فَإِن تَابُوا۟ وَأَقَامُوا۟ ٱلصَّلَوٰةَ وَءَاتَوُا۟ ٱلزَّكَوٰةَ فَخَلُّوا۟ سَبِيلَهُمْ إِنَّ ٱللَّهَ غَفُورٌ رَّحِيمٌ
Faitha insalakha alashhuru alhurumu faoqtuloo almushrikeena haythu wajadtumoohum wakhuthoohum waohsuroohum waoqAAudoo lahum kulla marsadin fain taboo waaqamoo alssalata waatawoo alzzakata fakhalloo sabeelahum inna Allaha ghafoorun raheemun
En wanneer de maanden, waarin het u niet geoorloofd is hen aan te vallen, zullen zijn verloopen, dood dan de afgodendienaars waar gij hen moogt vinden; maak hen gevangen, beleger hen en wacht hen op iedere geschikte plaats op. Maar indien zij berouw mochten betoonen, en de bepaalde tijden voor het gebed in acht nemen en de voorgeschrevene aalmoezen geven, stel hen dan in vrijheid; uw God is genadig en barmhartig.
وَإِنْ أَحَدٌ مِّنَ ٱلْمُشْرِكِينَ ٱسْتَجَارَكَ فَأَجِرْهُ حَتَّىٰ يَسْمَعَ كَلَٰمَ ٱللَّهِ ثُمَّ أَبْلِغْهُ مَأْمَنَهُۥ ذَٰلِكَ بِأَنَّهُمْ قَوْمٌ لَّا يَعْلَمُونَ
Wain ahadun mina almushrikeena istajaraka faajirhu hatta yasmaAAa kalama Allahi thumma ablighhu mamanahu thalika biannahum qawmun la yaAAlamoona
En indien een der afgodendienaars u ondersteuning vraagt, verleen hen die, opdat hij Gods woord hoore, en voer hem daarna naar eene veilige plaats. Dit zult gij doen; want zij kennen de uitnemendheid van uwen godsdienst nog niet.
كَيْفَ يَكُونُ لِلْمُشْرِكِينَ عَهْدٌ عِندَ ٱللَّهِ وَعِندَ رَسُولِهِۦٓ إِلَّا ٱلَّذِينَ عَٰهَدتُّمْ عِندَ ٱلْمَسْجِدِ ٱلْحَرَامِ فَمَا ٱسْتَقَٰمُوا۟ لَكُمْ فَٱسْتَقِيمُوا۟ لَهُمْ إِنَّ ٱللَّهَ يُحِبُّ ٱلْمُتَّقِينَ
Kayfa yakoonu lilmushrikeena AAahdun AAinda Allahi waAAinda rasoolihi illa allatheena AAahadtum AAinda almasjidi alharami fama istaqamoo lakum faistaqeemoo lahum inna Allaha yuhibbu almuttaqeena
Hoe zouden de afgodendienaars tot een verbond met God en zijn gezant worden toegelaten, uitgenomen zij met welke gij een verbond in den heiligen tempel sluit. Zoo lang zij getrouw omtrent u handelen, handel ook gij getrouw omtrent hen; want God bemint hen, die hem vreezen.
كَيْفَ وَإِن يَظْهَرُوا۟ عَلَيْكُمْ لَا يَرْقُبُوا۟ فِيكُمْ إِلًّا وَلَا ذِمَّةً يُرْضُونَكُم بِأَفْوَٰهِهِمْ وَتَأْبَىٰ قُلُوبُهُمْ وَأَكْثَرُهُمْ فَٰسِقُونَ
Kayfa wain yathharoo AAalaykum la yarquboo feekum illan wala thimmatan yurdoonakum biafwahihim wataba quloobuhum waaktharuhum fasiqoona
Hoe kunnen zij een verbond met u hebben? Indien zij de overhand boven u hebben, zullen zij noch ontzag voor uwe bloedverwantschap, noch voor uw geloof hebben. Zij zullen u met hunne monden toestemmen, doch hunne harten zullen afkeerig van u wezen; want het grootste gedeelte hunner zijn snoodaards.
ٱشْتَرَوْا۟ بِـَٔايَٰتِ ٱللَّهِ ثَمَنًا قَلِيلًا فَصَدُّوا۟ عَن سَبِيلِهِۦٓ إِنَّهُمْ سَآءَ مَا كَانُوا۟ يَعْمَلُونَ
Ishtaraw biayati Allahi thamanan qaleelan fasaddoo AAan sabeelihi innahum saa ma kanoo yaAAmaloona
Zij verkoopen Gods teekenen voor een nietigen prijs en versperren zijn weg; voorzeker het is boos wat zij verrichten.
لَا يَرْقُبُونَ فِى مُؤْمِنٍ إِلًّا وَلَا ذِمَّةً وَأُو۟لَٰٓئِكَ هُمُ ٱلْمُعْتَدُونَ
La yarquboona fee muminin illan wala thimmatan waolaika humu almuAAtadoona
Zij eerbiedigen bij de geloovigen noch bloedverwantschap noch geloof; en dat zijn de zondaren.
Contact Us
Thanks for reaching out.
We'll get back to you soon.