Oku Surat LuqmanSure okuma
أُو۟لَٰٓئِكَ عَلَىٰ هُدًى مِّن رَّبِّهِمْ وَأُو۟لَٰٓئِكَ هُمُ ٱلْمُفْلِحُونَ
Olaika AAala hudan min rabbihim waolaika humu almuflihoona
Deze worden door hunnen Heer geleid en zullen voorspoed genieten.
وَمِنَ ٱلنَّاسِ مَن يَشْتَرِى لَهْوَ ٱلْحَدِيثِ لِيُضِلَّ عَن سَبِيلِ ٱللَّهِ بِغَيْرِ عِلْمٍ وَيَتَّخِذَهَا هُزُوًا أُو۟لَٰٓئِكَ لَهُمْ عَذَابٌ مُّهِينٌ
Wamina alnnasi man yashtaree lahwa alhadeethi liyudilla AAan sabeeli Allahi bighayri AAilmin wayattakhithaha huzuwan olaika lahum AAathabun muheenun
Er is een man die een beuzelachtig verhaal voortplant, om de menschen zonder kennis van Gods weg af te leiden, en hem te doen bespotten. De zoodanigen zullen eene schandelijke straf ondergaan.
وَإِذَا تُتْلَىٰ عَلَيْهِ ءَايَٰتُنَا وَلَّىٰ مُسْتَكْبِرًا كَأَن لَّمْ يَسْمَعْهَا كَأَنَّ فِىٓ أُذُنَيْهِ وَقْرًا فَبَشِّرْهُ بِعَذَابٍ أَلِيمٍ
Waitha tutla AAalayhi ayatuna walla mustakbiran kaan lam yasmaAAha kaanna fee othunayhi waqran fabashshirhu biAAathabin aleemin
En als hem onze teekenen worden medegedeeld, keert hij zich met verachting af, als hoorde hij die niet, en als ware er eene doofheid in zijne ooren. Kondig hem dus eene gestrenge straf aan.
إِنَّ ٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ وَعَمِلُوا۟ ٱلصَّٰلِحَٰتِ لَهُمْ جَنَّٰتُ ٱلنَّعِيمِ
Inna allatheena amanoo waAAamiloo alssalihati lahum jannatu alnnaAAeemi
Maar zij die gelooven en rechtvaardigheid uitoefenen, zullen tuinen des vermaaks genieten.
خَٰلِدِينَ فِيهَا وَعْدَ ٱللَّهِ حَقًّا وَهُوَ ٱلْعَزِيزُ ٱلْحَكِيمُ
Khalideena feeha waAAda Allahi haqqan wahuwa alAAazeezu alhakeemu
Eeuwig zullen zij daarin verblijven. Dit is de zekere belofte van God; en hij is de Machtige, de Wijze.
خَلَقَ ٱلسَّمَٰوَٰتِ بِغَيْرِ عَمَدٍ تَرَوْنَهَا وَأَلْقَىٰ فِى ٱلْأَرْضِ رَوَٰسِىَ أَن تَمِيدَ بِكُمْ وَبَثَّ فِيهَا مِن كُلِّ دَآبَّةٍ وَأَنزَلْنَا مِنَ ٱلسَّمَآءِ مَآءً فَأَنۢبَتْنَا فِيهَا مِن كُلِّ زَوْجٍ كَرِيمٍ
Khalaqa alssamawati bighayri AAamadin tarawnaha waalqa fee alardi rawasiya an tameeda bikum wabaththa feeha min kulli dabbatin waanzalna mina alssamai maan faanbatna feeha min kulli zawjin kareemin
Hij heeft de hemelen geschapen, zonder zichtbare zuilen om die te ondersteunen, en vastgewortelde bergen op de aarde geplaatst opdat zij zich niet met u zoude bewegen, en hij heeft haar met alle soorten van dieren bevolkt: en wij zenden regen van den hemel neder, en doen allerlei soorten van edele gewassen daarop voortspruiten.
هَٰذَا خَلْقُ ٱللَّهِ فَأَرُونِى مَاذَا خَلَقَ ٱلَّذِينَ مِن دُونِهِۦ بَلِ ٱلظَّٰلِمُونَ فِى ضَلَٰلٍ مُّبِينٍ
Hatha khalqu Allahi faaroonee matha khalaqa allatheena min doonihi bali alththalimoona fee dalalin mubeenin
Dit is de schepping van God: toont mij nu wat zij geschapen hebben, welke naast hem worden aangebeden? Waarlijk, de goddeloozen verkeeren in eene duidelijke dwaling.
وَلَقَدْ ءَاتَيْنَا لُقْمَٰنَ ٱلْحِكْمَةَ أَنِ ٱشْكُرْ لِلَّهِ وَمَن يَشْكُرْ فَإِنَّمَا يَشْكُرُ لِنَفْسِهِۦ وَمَن كَفَرَ فَإِنَّ ٱللَّهَ غَنِىٌّ حَمِيدٌ
Walaqad atayna luqmana alhikmata ani oshkur lillahi waman yashkur fainnama yashkuru linafsihi waman kafara fainna Allaha ghaniyyun hameedun
Daarom schonken wij wijsheid aan Lokman en geboden hem, zeggende: Wees God dankbaar; want wie dankbaar is, zal in het voordeel van zijn eigen ziel wezen, en indien iemand ondankbaar mocht zijn, waarlijk, dan volstaat God voor zich zelven; en hij is waardig geprezen te worden.
وَإِذْ قَالَ لُقْمَٰنُ لِٱبْنِهِۦ وَهُوَ يَعِظُهُۥ يَٰبُنَىَّ لَا تُشْرِكْ بِٱللَّهِ إِنَّ ٱلشِّرْكَ لَظُلْمٌ عَظِيمٌ
Waith qala luqmanu liibnihi wahuwa yaAAithuhu ya bunayya la tushrik biAllahi inna alshshirka lathulmun AAatheemun
En gedenk, toen Lokman tot zijn zoon zeide, terwijl hij hem vermaande: O mijn zoon! geef God geen deelgenoot; want het veelgodendom is eene groote snoodheid.
وَوَصَّيْنَا ٱلْإِنسَٰنَ بِوَٰلِدَيْهِ حَمَلَتْهُ أُمُّهُۥ وَهْنًا عَلَىٰ وَهْنٍ وَفِصَٰلُهُۥ فِى عَامَيْنِ أَنِ ٱشْكُرْ لِى وَلِوَٰلِدَيْكَ إِلَىَّ ٱلْمَصِيرُ
Wawassayna alinsana biwalidayhi hamalathu ommuhu wahnan AAala wahnin wafisaluhu fee AAamayni ani oshkur lee waliwalidayka ilayya almaseeru
Wij hebben den mensch bevelen gegeven nopens zijne ouders, (zijne moeder bewaarde hem in haren boezem met zwakheid en smart, en hij wordt na twee jaren gespeend), zeggende: Wees dankbaar jegens mij en jegens uwe ouders: Tot mij zullen allen komen om geoordeeld te worden.
Contact Us
Thanks for reaching out.
We'll get back to you soon.