Oku Surat DhariyatSure okuma
وَفِى مُوسَىٰٓ إِذْ أَرْسَلْنَٰهُ إِلَىٰ فِرْعَوْنَ بِسُلْطَٰنٍ مُّبِينٍ
Wafee moosa ith arsalnahu ila firAAawna bisultanin mubeenin
In Mozes was mede een teeken, toen Hij hem met duidelijke macht tot Pharao zond.
فَتَوَلَّىٰ بِرُكْنِهِۦ وَقَالَ سَٰحِرٌ أَوْ مَجْنُونٌ
Fatawalla biruknihi waqala sahirun aw majnoonun
Maar deze wendde zich met zijne vorsten af, zeggende: Deze man is een toovenaar of een bezetene.
فَأَخَذْنَٰهُ وَجُنُودَهُۥ فَنَبَذْنَٰهُمْ فِى ٱلْيَمِّ وَهُوَ مُلِيمٌ
Faakhathnahu wajunoodahu fanabathnahum fee alyammi wahuwa muleemun
Daarom grepen wij hem en zijne soldaten en wierpen hen in de zee: en hij was waard gestrafd te worden.
وَفِى عَادٍ إِذْ أَرْسَلْنَا عَلَيْهِمُ ٱلرِّيحَ ٱلْعَقِيمَ
Wafee AAadin ith arsalna AAalayhimu alrreeha alAAaqeema
En in den stam van Ad was mede een teeken, toen wij een verwoestenden wind tegen hen zonden.
مَا تَذَرُ مِن شَىْءٍ أَتَتْ عَلَيْهِ إِلَّا جَعَلَتْهُ كَٱلرَّمِيمِ
Ma tatharu min shayin atat AAalayhi illa jaAAalathu kaalrrameemi
Die niets aanraakte, waar hij nederkwam, of hij verwoeste het, als een verrot voorwerp, en maakte het tot stof.
وَفِى ثَمُودَ إِذْ قِيلَ لَهُمْ تَمَتَّعُوا۟ حَتَّىٰ حِينٍ
Wafee thamooda ith qeela lahum tamattaAAoo hatta heenin
In Thamoed was eveneens een teeken toen er tot hem werd gezegd: Geniet alles gedurende eenigen tijd.
فَعَتَوْا۟ عَنْ أَمْرِ رَبِّهِمْ فَأَخَذَتْهُمُ ٱلصَّٰعِقَةُ وَهُمْ يَنظُرُونَ
FaAAataw AAan amri rabbihim faakhathathumu alssaAAiqatu wahum yanthuroona
Maar zij schonden onbeschaamd het bevel van hunnen Heer, waardoor hen een vreeselijk onweder van den hemel overviel, terwijl zij daarheen blikten.
فَمَا ٱسْتَطَٰعُوا۟ مِن قِيَامٍ وَمَا كَانُوا۟ مُنتَصِرِينَ
Fama istataAAoo min qiyamin wama kanoo muntasireena
Zij waren niet in staat op hunne voeten te staan, evenmin als zij zich van de verdediging konden redden.
وَقَوْمَ نُوحٍ مِّن قَبْلُ إِنَّهُمْ كَانُوا۟ قَوْمًا فَٰسِقِينَ
Waqawma noohin min qablu innahum kanoo qawman fasiqeena
En het volk van Noach verdelgden wij voor dezen; want het was een volk, dat vreeselijk zondigde.
وَٱلسَّمَآءَ بَنَيْنَٰهَا بِأَيْي۟دٍ وَإِنَّا لَمُوسِعُونَ
Waalssamaa banaynaha biaydin wainna lamoosiAAoona
Wij hebben den hemel met macht gebouwd, en dien eene groote uitgebreidheid gegeven.
Contact Us
Thanks for reaching out.
We'll get back to you soon.