Oku Surat AnbiyaSure okuma
لَوْ أَرَدْنَآ أَن نَّتَّخِذَ لَهْوًا لَّٱتَّخَذْنَٰهُ مِن لَّدُنَّآ إِن كُنَّا فَٰعِلِينَ
Law aradna an nattakhitha lahwan laittakhathnahu min ladunna in kunna faAAileena
Indien het ons behaagd had, ons te vermaken, zouden wij het gedaan hebben met hetgeen ons past, zoo wij hadden besloten dit te doen.
بَلْ نَقْذِفُ بِٱلْحَقِّ عَلَى ٱلْبَٰطِلِ فَيَدْمَغُهُۥ فَإِذَا هُوَ زَاهِقٌ وَلَكُمُ ٱلْوَيْلُ مِمَّا تَصِفُونَ
Bal naqthifu bialhaqqi AAala albatili fayadmaghuhu faitha huwa zahiqun walakumu alwaylu mimma tasifoona
Maar wij zullen de waarheid tegenover de ijdelheid plaatsen en de eerste zal de laatste doen verdwijnen. Ziedaar hetgeen verdwijnt. Wee over u! om hetgeen gij aan God toeschrijft.
وَلَهُۥ مَن فِى ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلْأَرْضِ وَمَنْ عِندَهُۥ لَا يَسْتَكْبِرُونَ عَنْ عِبَادَتِهِۦ وَلَا يَسْتَحْسِرُونَ
Walahu man fee alssamawati waalardi waman AAindahu la yastakbiroona AAan AAibadatihi wala yastahsiroona
Alles wat in den hemel en op aarde bestaat, is aan hem onderworpen, en de engelen, die in zijne tegenwoordigheid zijn, rekenen hen niet beneden zich, hem te aanbidden, en worden dit niet moede.
يُسَبِّحُونَ ٱلَّيْلَ وَٱلنَّهَارَ لَا يَفْتُرُونَ
Yusabbihoona allayla waalnnahara la yafturoona
Zij prijzen hem des nachts en des daags en vermoeien zich niet.
أَمِ ٱتَّخَذُوٓا۟ ءَالِهَةً مِّنَ ٱلْأَرْضِ هُمْ يُنشِرُونَ
Ami ittakhathoo alihatan mina alardi hum yunshiroona
Hebben zij goden van de aarde genomen? Zullen zij den doode tot het leven opwekken? Indien er in den hemel of op aarde goden behalve God waren, zouden zij allen vernietigd worden.
لَوْ كَانَ فِيهِمَآ ءَالِهَةٌ إِلَّا ٱللَّهُ لَفَسَدَتَا فَسُبْحَٰنَ ٱللَّهِ رَبِّ ٱلْعَرْشِ عَمَّا يَصِفُونَ
Law kana feehima alihatun illa Allahu lafasadata fasubhana Allahi rabbi alAAarshi AAamma yasifoona
Maar het zij verre van God wat zij nopens hem uitdenken; nopens hem, den Heer van den troon.
لَا يُسْـَٔلُ عَمَّا يَفْعَلُ وَهُمْ يُسْـَٔلُونَ
La yusalu AAamma yafAAalu wahum yusaloona
Er zal hem geene rekenschap gevraagd worden nopens hetgeen hij zal doen; maar van hen zal rekenschap gevraagd worden.
أَمِ ٱتَّخَذُوا۟ مِن دُونِهِۦٓ ءَالِهَةً قُلْ هَاتُوا۟ بُرْهَٰنَكُمْ هَٰذَا ذِكْرُ مَن مَّعِىَ وَذِكْرُ مَن قَبْلِى بَلْ أَكْثَرُهُمْ لَا يَعْلَمُونَ ٱلْحَقَّ فَهُم مُّعْرِضُونَ
Ami ittakhathoo min doonihi alihatan qul hatoo burhanakum hatha thikru man maAAiya wathikru man qablee bal aktharuhum la yaAAlamoona alhaqqa fahum muAAridoona
Hebben zij andere goden naast hem geplaatst? Zeg: lever uw bewijs daarvoor. Dit is de vermaning van hen die tegelijk met mij bestaan en de vermaning van hen die voor mij bestonden maar het grootste deel hunner kent de waarheid niet en wendt zich daarvan af.
وَمَآ أَرْسَلْنَا مِن قَبْلِكَ مِن رَّسُولٍ إِلَّا نُوحِىٓ إِلَيْهِ أَنَّهُۥ لَآ إِلَٰهَ إِلَّآ أَنَا۠ فَٱعْبُدُونِ
Wama arsalna min qablika min rasoolin illa noohee ilayhi annahu la ilaha illa ana faoAAbudooni
Wij hebben vóór u geen gezant nedergezonden, of wij openbaarden hun, dat er geen God buiten mij is; dient mij dus.
وَقَالُوا۟ ٱتَّخَذَ ٱلرَّحْمَٰنُ وَلَدًا سُبْحَٰنَهُۥ بَلْ عِبَادٌ مُّكْرَمُونَ
Waqaloo ittakhatha alrrahmanu waladan subhanahu bal AAibadun mukramoona
Zij zeggen; de Barmhartige heeft kinderen gebaard, en de engelen zijn zijne dochters. Verre zij dit van hem! Zij zijn slechts zijne eerbiedige dienaren.
Contact Us
Thanks for reaching out.
We'll get back to you soon.