Oku Surat FurqanSure okuma
لَّا تَدْعُوا۟ ٱلْيَوْمَ ثُبُورًا وَٰحِدًا وَٱدْعُوا۟ ثُبُورًا كَثِيرًا
La tadAAoo alyawma thubooran wahidan waodAAoo thubooran katheeran
Maar men zal hun antwoorden: Roep heden niet om één dood, maar roep om verscheiden dooden.
قُلْ أَذَٰلِكَ خَيْرٌ أَمْ جَنَّةُ ٱلْخُلْدِ ٱلَّتِى وُعِدَ ٱلْمُتَّقُونَ كَانَتْ لَهُمْ جَزَآءً وَمَصِيرًا
Qul athalika khayrun am jannatu alkhuldi allatee wuAAida almuttaqoona kanat lahum jazaan wamaseeran
Zeg: Is dit beter, of een tuin van eeuwigen duur, die den vrome is beloofd? Deze zal hun als een belooning en een verblijf worden gegeven.
لَّهُمْ فِيهَا مَا يَشَآءُونَ خَٰلِدِينَ كَانَ عَلَىٰ رَبِّكَ وَعْدًا مَّسْـُٔولًا
Lahum feeha ma yashaoona khalideena kana AAala rabbika waAAdan masoolan
Daarin zullen zij alles hebben wat hun behaagt, terwijl zij daarin eeuwig zullen verblijven. Dit is eene belofte, welke zij uit de handen van hunnen heer kunnen vorderen.
وَيَوْمَ يَحْشُرُهُمْ وَمَا يَعْبُدُونَ مِن دُونِ ٱللَّهِ فَيَقُولُ ءَأَنتُمْ أَضْلَلْتُمْ عِبَادِى هَٰٓؤُلَآءِ أَمْ هُمْ ضَلُّوا۟ ٱلسَّبِيلَ
Wayawma yahshuruhum wama yaAAbudoona min dooni Allahi fayaqoolu aantum adlaltum AAibadee haolai am hum dalloo alssabeela
Op een zekeren dag zal hij hen verzamelen, en alles wat zij naast God aanbidden, en hij zal tot de aangebedenen zeggen: Hebt gij deze mijne dienaren verleid, of dwaalden zij uit eigen beweging van den rechten weg af?
قَالُوا۟ سُبْحَٰنَكَ مَا كَانَ يَنۢبَغِى لَنَآ أَن نَّتَّخِذَ مِن دُونِكَ مِنْ أَوْلِيَآءَ وَلَٰكِن مَّتَّعْتَهُمْ وَءَابَآءَهُمْ حَتَّىٰ نَسُوا۟ ٱلذِّكْرَ وَكَانُوا۟ قَوْمًۢا بُورًا
Qaloo subhanaka ma kana yanbaghee lana an nattakhitha min doonika min awliyaa walakin mattaAAtahum waabaahum hatta nasoo alththikra wakanoo qawman booran
Zij zullen antwoorden: God verhoede! Het was ons onmogelijk, andere beschermers buiten u te kiezen, maar gij veroorloofdet hun en hunnen vaderen overvloed te genieten, waardoor zij uwe vermaning vergaten, en verloren gingen.
فَقَدْ كَذَّبُوكُم بِمَا تَقُولُونَ فَمَا تَسْتَطِيعُونَ صَرْفًا وَلَا نَصْرًا وَمَن يَظْلِم مِّنكُمْ نُذِقْهُ عَذَابًا كَبِيرًا
Faqad kaththabookum bima taqooloona fama tastateeAAoona sarfan wala nasran waman yathlim minkum nuthiqhu AAathaban kabeeran
En God zal tot hunne aanbidders zeggen: Thans hebben deze u van leugen overtuigd in hetgeen gij zegt. Zij kunnen noch uwe straf afwenden, noch u eenige ondersteuning schenken. En dengenen van u die aan onrechtvaardigheid schuldig zal zijn zullen wij eene gestrenge pijniging doen ondergaan.
وَمَآ أَرْسَلْنَا قَبْلَكَ مِنَ ٱلْمُرْسَلِينَ إِلَّآ إِنَّهُمْ لَيَأْكُلُونَ ٱلطَّعَامَ وَيَمْشُونَ فِى ٱلْأَسْوَاقِ وَجَعَلْنَا بَعْضَكُمْ لِبَعْضٍ فِتْنَةً أَتَصْبِرُونَ وَكَانَ رَبُّكَ بَصِيرًا
Wama arsalna qablaka mina almursaleena illa innahum layakuloona alttaAAama wayamshoona fee alaswaqi wajaAAalna baAAdakum libaAAdin fitnatan atasbiroona wakana rabbuka baseeran
Wij hebben geene gezanten, vóór u gezonden dan die, als de andere menschen, voedsel nuttigden en door de straten wandelden, en wij maakten sommigen uwer tot een middel ter beproeving voor anderen. Wilt gij met geduld volharden, nu uw Heer uwe volharding gadeslaat.
وَقَالَ ٱلَّذِينَ لَا يَرْجُونَ لِقَآءَنَا لَوْلَآ أُنزِلَ عَلَيْنَا ٱلْمَلَٰٓئِكَةُ أَوْ نَرَىٰ رَبَّنَا لَقَدِ ٱسْتَكْبَرُوا۟ فِىٓ أَنفُسِهِمْ وَعَتَوْ عُتُوًّا كَبِيرًا
Waqala allatheena la yarjoona liqaana lawla onzila AAalayna almalaikatu aw nara rabbana laqadi istakbaroo fee anfusihim waAAataw AAutuwwan kabeeran
Zij die niet hopen ons bij de opstanding te ontmoeten, zeggen: Zoolang de engelen niet tot ons worden nedergezonden, of wij zelven onzen Heer niet zien, zullen wij niet gelooven. Waarlijk, zij gedragen zich overmoedig en hebben op vreeselijke wijze gezondigd.
يَوْمَ يَرَوْنَ ٱلْمَلَٰٓئِكَةَ لَا بُشْرَىٰ يَوْمَئِذٍ لِّلْمُجْرِمِينَ وَيَقُولُونَ حِجْرًا مَّحْجُورًا
Yawma yarawna almalaikata la bushra yawmaithin lilmujrimeena wayaqooloona hijran mahjooran
Op den dag waarop zij de engelen zullen zien komen, zullen er geene blijde tijdingen voor de zondaren zijn, en zij zullen zeggen: Dit zij verre van ons verwijderd.
وَقَدِمْنَآ إِلَىٰ مَا عَمِلُوا۟ مِنْ عَمَلٍ فَجَعَلْنَٰهُ هَبَآءً مَّنثُورًا
Waqadimna ila ma AAamiloo min AAamalin fajaAAalnahu habaan manthooran
Dan zullen wij komen tot de werken, welke zij gewrocht hebben, en wij zullen die tot stof maken, dat naar alle zijden wordt heenverspreid.
Contact Us

Thanks for reaching out.
We'll get back to you soon.