Oku Surat HadidSure okuma
يَوْمَ تَرَى ٱلْمُؤْمِنِينَ وَٱلْمُؤْمِنَٰتِ يَسْعَىٰ نُورُهُم بَيْنَ أَيْدِيهِمْ وَبِأَيْمَٰنِهِم بُشْرَىٰكُمُ ٱلْيَوْمَ جَنَّٰتٌ تَجْرِى مِن تَحْتِهَا ٱلْأَنْهَٰرُ خَٰلِدِينَ فِيهَا ذَٰلِكَ هُوَ ٱلْفَوْزُ ٱلْعَظِيمُ
Yawma tara almumineena waalmuminati yasAAa nooruhum bayna aydeehim wabiaymanihim bushrakumu alyawma jannatun tajree min tahtiha alanharu khalideena feeha thalika huwa alfawzu alAAatheemu
Op een zekeren dag zult gij de ware geloovigen van beide kunnen zien; hun licht zal voor hen uitgaan en aan hunne rechterhanden. Men zal tot hen zeggen: Goede tijdingen komen heden tot u: tuinen met rivieren doorsneden; eeuwig zult gij daarin verblijven. Dit zal eene groote gelukzaligheid wezen.
يَوْمَ يَقُولُ ٱلْمُنَٰفِقُونَ وَٱلْمُنَٰفِقَٰتُ لِلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ ٱنظُرُونَا نَقْتَبِسْ مِن نُّورِكُمْ قِيلَ ٱرْجِعُوا۟ وَرَآءَكُمْ فَٱلْتَمِسُوا۟ نُورًا فَضُرِبَ بَيْنَهُم بِسُورٍ لَّهُۥ بَابٌۢ بَاطِنُهُۥ فِيهِ ٱلرَّحْمَةُ وَظَٰهِرُهُۥ مِن قِبَلِهِ ٱلْعَذَابُ
Yawma yaqoolu almunafiqoona waalmunafiqatu lillatheena amanoo onthuroona naqtabis min noorikum qeela irjiAAoo waraakum failtamisoo nooran faduriba baynahum bisoorin lahu babun batinuhu feehi alrrahmatu wathahiruhu min qibalihi alAAathabu
Op dien dag zullen de huichelachtige mannen en de huichelachtige vrouwen tot degenen zeggen, die gelooven: Blijft vóór ons, opdat wij een weinig van uw licht mogen ontleenen. Er zal hun geantwoord worden: Keert in de wereld terug, en zoekt daar licht. En een hooge muur zal tusschen hen geplaatst worden, waarin eene poort: daar binnen zal genade wezen en daar buiten, en tegenover, de martelingen der hel.
يُنَادُونَهُمْ أَلَمْ نَكُن مَّعَكُمْ قَالُوا۟ بَلَىٰ وَلَٰكِنَّكُمْ فَتَنتُمْ أَنفُسَكُمْ وَتَرَبَّصْتُمْ وَٱرْتَبْتُمْ وَغَرَّتْكُمُ ٱلْأَمَانِىُّ حَتَّىٰ جَآءَ أَمْرُ ٱللَّهِ وَغَرَّكُم بِٱللَّهِ ٱلْغَرُورُ
Yunadoonahum alam nakun maAAakum qaloo bala walakinnakum fatantum anfusakum watarabbastum wairtabtum wagharratkumu alamaniyyu hatta jaa amru Allahi wagharrakum biAllahi algharooru
De huichelaars zullen de ware geloovigen aanroepen, zeggende: Waren wij niet met u? Zij zullen antwoorden: Ja! maar gij hebt door uwe huichelarij uwe eigen zielen verleid, en ons verderf verwacht. Gij twijfeldet nopens het geloof, en uwe wenschen hebben u bedrogen, tot een besluit van God kwam, en gij stierft; en de verleider bedroog u nopens God.
فَٱلْيَوْمَ لَا يُؤْخَذُ مِنكُمْ فِدْيَةٌ وَلَا مِنَ ٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ مَأْوَىٰكُمُ ٱلنَّارُ هِىَ مَوْلَىٰكُمْ وَبِئْسَ ٱلْمَصِيرُ
Faalyawma la yukhathu minkum fidyatun wala mina allatheena kafaroo mawakumu alnnaru hiya mawlakum wabisa almaseeru
Daarom zal er dien dag geen losprijs van u worden aangenomen, noch van hen die ongeloovigen waren. Het hellevuur zal uw verblijf zijn; dit is hetgeen gij verdiend hebt; en daar zal het eene ellendige woning wezen.
أَلَمْ يَأْنِ لِلَّذِينَ ءَامَنُوٓا۟ أَن تَخْشَعَ قُلُوبُهُمْ لِذِكْرِ ٱللَّهِ وَمَا نَزَلَ مِنَ ٱلْحَقِّ وَلَا يَكُونُوا۟ كَٱلَّذِينَ أُوتُوا۟ ٱلْكِتَٰبَ مِن قَبْلُ فَطَالَ عَلَيْهِمُ ٱلْأَمَدُ فَقَسَتْ قُلُوبُهُمْ وَكَثِيرٌ مِّنْهُمْ فَٰسِقُونَ
Alam yani lillatheena amanoo an takhshaAAa quloobuhum lithikri Allahi wama nazala mina alhaqqi wala yakoonoo kaallatheena ootoo alkitaba min qablu fatala AAalayhimu alamadu faqasat quloobuhum wakatheerun minhum fasiqoona
Is de tijd thans niet gekomen voor hen die gelooven, dat hunne harten zich ootmoedig aan de waarschuwing van God zouden onderwerpen, en aan de waarheid, welke geopenbaard is geworden? Dat zij niet zijn als degenen, aan wie de schrift vroeger werd gegeven, en voor welke de tijd van toegevendheid werd verlengd? Maar hunne harten waren versteend, en velen van hen waren zondaren.
ٱعْلَمُوٓا۟ أَنَّ ٱللَّهَ يُحْىِ ٱلْأَرْضَ بَعْدَ مَوْتِهَا قَدْ بَيَّنَّا لَكُمُ ٱلْءَايَٰتِ لَعَلَّكُمْ تَعْقِلُونَ
IAAlamoo anna Allaha yuhyee alarda baAAda mawtiha qad bayyanna lakumu alayati laAAallakum taAAqiloona
Weet, dat God de aarde verkwikt, welke dood is geweest. Thans hebben wij u onze teekenen duidelijk verklaard, opdat gij zoudt begrijpen.
إِنَّ ٱلْمُصَّدِّقِينَ وَٱلْمُصَّدِّقَٰتِ وَأَقْرَضُوا۟ ٱللَّهَ قَرْضًا حَسَنًا يُضَٰعَفُ لَهُمْ وَلَهُمْ أَجْرٌ كَرِيمٌ
Inna almussaddiqeena waalmussaddiqati waaqradoo Allaha qardan hasanan yudaAAafu lahum walahum ajrun kareemun
Waarlijk, voor hen die aalmoezen geven, zoowel mannen als vrouwen, en God eene onbekrompen leening doen, voor hen zal hij die verdubbelen, en zij zullen bovendien eene uitmuntende belooning ontvangen.
وَٱلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ بِٱللَّهِ وَرُسُلِهِۦٓ أُو۟لَٰٓئِكَ هُمُ ٱلصِّدِّيقُونَ وَٱلشُّهَدَآءُ عِندَ رَبِّهِمْ لَهُمْ أَجْرُهُمْ وَنُورُهُمْ وَٱلَّذِينَ كَفَرُوا۟ وَكَذَّبُوا۟ بِـَٔايَٰتِنَآ أُو۟لَٰٓئِكَ أَصْحَٰبُ ٱلْجَحِيمِ
Waallatheena amanoo biAllahi warusulihi olaika humu alssiddeeqoona waalshshuhadao AAinda rabbihim lahum ajruhum wanooruhum waallatheena kafaroo wakaththaboo biayatina olaika ashabu aljaheemi
En zij, die in God en zijne gezanten gelooven, zijn menschen van waarachtigheid, en getuigen in de tegenwoordigheid van hunnen Heer; zij zullen hunne belooning en hun licht hebben. Maar wat degenen betreft die niet gelooven en onze teekens van valschheid beschuldigen, zij zullen de bewoners der hel zijn.
ٱعْلَمُوٓا۟ أَنَّمَا ٱلْحَيَوٰةُ ٱلدُّنْيَا لَعِبٌ وَلَهْوٌ وَزِينَةٌ وَتَفَاخُرٌۢ بَيْنَكُمْ وَتَكَاثُرٌ فِى ٱلْأَمْوَٰلِ وَٱلْأَوْلَٰدِ كَمَثَلِ غَيْثٍ أَعْجَبَ ٱلْكُفَّارَ نَبَاتُهُۥ ثُمَّ يَهِيجُ فَتَرَىٰهُ مُصْفَرًّا ثُمَّ يَكُونُ حُطَٰمًا وَفِى ٱلْءَاخِرَةِ عَذَابٌ شَدِيدٌ وَمَغْفِرَةٌ مِّنَ ٱللَّهِ وَرِضْوَٰنٌ وَمَا ٱلْحَيَوٰةُ ٱلدُّنْيَآ إِلَّا مَتَٰعُ ٱلْغُرُورِ
IAAlamoo annama alhayatu alddunya laAAibun walahwun wazeenatun watafakhurun baynakum watakathurun fee alamwali waalawladi kamathali ghaythin aAAjaba alkuffara nabatuhu thumma yaheeju fatarahu musfarran thumma yakoonu hutaman wafee alakhirati AAathabun shadeedun wamaghfiratun mina Allahi waridwanun wama alhayatu alddunya illa mataAAu alghuroori
Weet, dat dit leven slechts een spel en een ijdel vermaak is; en wereldlijke pracht en de zucht naar eer onder u, en de vermeerdering van rijkdommen en kinderen, zijn als de planten, door den regen gevoed, waarvan de opschieting den landman verheugt: later verwelken zij, zoodat gij haar geel ziet worden, en daarna veranderen zij in droge stoppels. En in het volgende leven zal eene gestrenge straf zijn voor hen, die naar wereldsche grootheid hunkeren. En vergiffenis van God, en gunst voor hen, die daarvan afstand doen; want dit tegenwoordige leven is slechts een verblindend schijngenot.
سَابِقُوٓا۟ إِلَىٰ مَغْفِرَةٍ مِّن رَّبِّكُمْ وَجَنَّةٍ عَرْضُهَا كَعَرْضِ ٱلسَّمَآءِ وَٱلْأَرْضِ أُعِدَّتْ لِلَّذِينَ ءَامَنُوا۟ بِٱللَّهِ وَرُسُلِهِۦ ذَٰلِكَ فَضْلُ ٱللَّهِ يُؤْتِيهِ مَن يَشَآءُ وَٱللَّهُ ذُو ٱلْفَضْلِ ٱلْعَظِيمِ
Sabiqoo ila maghfiratin min rabbikum wajannatin AAarduha kaAAardi alssamai waalardi oAAiddat lillatheena amanoo biAllahi warusulihi thalika fadlu Allahi yuteehi man yashao waAllahu thoo alfadli alAAatheemi
Wedijvert dus met spoed, om vergiffenis van uwen Heer te verkrijgen en het paradijs, waarvan de uitgebreidheid gelijk is aan de uitgebreidheid van hemel en aarde, en dat gereed gemaakt is voor hen, die in God en zijne gezanten gelooven. Dit is Gods gunst: hij zal die schenken aan wien hem behaagt, en Gods goedheid is oneindig.
Contact Us
Thanks for reaching out.
We'll get back to you soon.