Oku Surat HijrSure okuma
وَلَقَدْ عَلِمْنَا ٱلْمُسْتَقْدِمِينَ مِنكُمْ وَلَقَدْ عَلِمْنَا ٱلْمُسْتَـْٔخِرِينَ
Walaqad AAalimna almustaqdimeena minkum walaqad AAalimna almustakhireena
Wij kennen hen die vooruit gaan, en wij kennen hen die achterblijven.
وَإِنَّ رَبَّكَ هُوَ يَحْشُرُهُمْ إِنَّهُۥ حَكِيمٌ عَلِيمٌ
Wainna rabbaka huwa yahshuruhum innahu hakeemun AAaleemun
En uw Heer zal hen op den laatsten dag verzamelen; want hij is alwetend en wijs.
وَلَقَدْ خَلَقْنَا ٱلْإِنسَٰنَ مِن صَلْصَٰلٍ مِّنْ حَمَإٍ مَّسْنُونٍ
Walaqad khalaqna alinsana min salsalin min hamain masnoonin
Wij schiepen den mensch van gedroogde klei, van zwart slijk, in een vorm gebracht.
وَٱلْجَآنَّ خَلَقْنَٰهُ مِن قَبْلُ مِن نَّارِ ٱلسَّمُومِ
Waaljanna khalaqnahu min qablu min nari alssamoomi
Vóór hem hadden wij reeds de geniussen uit een fijn vuur gemaakt.
وَإِذْ قَالَ رَبُّكَ لِلْمَلَٰٓئِكَةِ إِنِّى خَٰلِقٌۢ بَشَرًا مِّن صَلْصَٰلٍ مِّنْ حَمَإٍ مَّسْنُونٍ
Waith qala rabbuka lilmalaikati innee khaliqun basharan min salsalin min hamain masnoonin
En gedenk, toen de Heer tot de engelen zeide: Waarlijk, ik heb den mensch geschapen van gedroogde klei, van zwart slijk, in een vorm gebracht.
فَإِذَا سَوَّيْتُهُۥ وَنَفَخْتُ فِيهِ مِن رُّوحِى فَقَعُوا۟ لَهُۥ سَٰجِدِينَ
Faitha sawwaytuhu wanafakhtu feehi min roohee faqaAAoo lahu sajideena
Als ik hem dus volkomen gevormd en mijn geest in hem geblazen zal hebben zult gij dan voor hem nedervallen en hem aanbidden?
فَسَجَدَ ٱلْمَلَٰٓئِكَةُ كُلُّهُمْ أَجْمَعُونَ
Fasajada almalaikatu kulluhum ajmaAAoona
En al de engelen baden Adam gezamenlijk aan.
إِلَّآ إِبْلِيسَ أَبَىٰٓ أَن يَكُونَ مَعَ ٱلسَّٰجِدِينَ
Illa ibleesa aba an yakoona maAAa alssajideena
Behalve Eblis, die weigerde met hen te zijn, welke hem aanbaden.
قَالَ يَٰٓإِبْلِيسُ مَا لَكَ أَلَّا تَكُونَ مَعَ ٱلسَّٰجِدِينَ
Qala ya ibleesu ma laka alla takoona maAAa alssajideena
En God zeide tot hem: Wat verhindert u met degenen te zijn, die Adam aanbidden?
قَالَ لَمْ أَكُن لِّأَسْجُدَ لِبَشَرٍ خَلَقْتَهُۥ مِن صَلْصَٰلٍ مِّنْ حَمَإٍ مَّسْنُونٍ
Qala lam akun liasjuda libasharin khalaqtahu min salsalin min hamain masnoonin
Hij antwoordde: Ik zal den mensch niet aanbidden; dien gij gevormd hebt van gedroogde klei, van zwart slijk, in een vorm gekneed.
Contact Us
Thanks for reaching out.
We'll get back to you soon.