Oku Surat RumSure okuma
مُنِيبِينَ إِلَيْهِ وَٱتَّقُوهُ وَأَقِيمُوا۟ ٱلصَّلَوٰةَ وَلَا تَكُونُوا۟ مِنَ ٱلْمُشْرِكِينَ
Muneebeena ilayhi waittaqoohu waaqeemoo alssalata wala takoonoo mina almushrikeena
Weest tot hem gewend en vreest hem; zijt standvastig in het gebed, en dient geene afgoden.
مِنَ ٱلَّذِينَ فَرَّقُوا۟ دِينَهُمْ وَكَانُوا۟ شِيَعًا كُلُّ حِزْبٍۭ بِمَا لَدَيْهِمْ فَرِحُونَ
Mina allatheena farraqoo deenahum wakanoo shiyaAAan kullu hizbin bima ladayhim farihoona
Van hen die eene scheuring in hunnen godsdienst hebben gemaakt, en in verschillende secten zijn verdeeld, verblijdt iedere secte zich in hare eigen meening.
وَإِذَا مَسَّ ٱلنَّاسَ ضُرٌّ دَعَوْا۟ رَبَّهُم مُّنِيبِينَ إِلَيْهِ ثُمَّ إِذَآ أَذَاقَهُم مِّنْهُ رَحْمَةً إِذَا فَرِيقٌ مِّنْهُم بِرَبِّهِمْ يُشْرِكُونَ
Waitha massa alnnasa durrun daAAaw rabbahum muneebeena ilayhi thumma itha athaqahum minhu rahmatan itha fareequn minhum birabbihim yushrikoona
Als tegenspoed hen treft, roepen zij hunnen Heer aan, zich tot hem wendende; daarna als hij hun van zijne genade heeft doen proeven, vereenigt een deel van hen andere godheden met hunnen Heer.
لِيَكْفُرُوا۟ بِمَآ ءَاتَيْنَٰهُمْ فَتَمَتَّعُوا۟ فَسَوْفَ تَعْلَمُونَ
Liyakfuroo bima ataynahum fatamattaAAoo fasawfa taAAlamoona
Om zich ondankbaar te betoonen voor de gunsten, welke wij hun hebben geschonken. Verblijdt u dus in de ijdele vermaken dezer wereld; maar hierna zult gij de gevolgen kennen.
أَمْ أَنزَلْنَا عَلَيْهِمْ سُلْطَٰنًا فَهُوَ يَتَكَلَّمُ بِمَا كَانُوا۟ بِهِۦ يُشْرِكُونَ
Am anzalna AAalayhim sultanan fahuwa yatakallamu bima kanoo bihi yushrikoona
Hebben wij hun eenig gezag nedergezonden, dat van de valsche goden spreekt; welke zij met hem vereenigen?
وَإِذَآ أَذَقْنَا ٱلنَّاسَ رَحْمَةً فَرِحُوا۟ بِهَا وَإِن تُصِبْهُمْ سَيِّئَةٌۢ بِمَا قَدَّمَتْ أَيْدِيهِمْ إِذَا هُمْ يَقْنَطُونَ
Waitha athaqna alnnasa rahmatan farihoo biha wain tusibhum sayyiatun bima qaddamat aydeehim itha hum yaqnatoona
Als wij de menschen de weldaden der genade doen smaken, verblijden zij zich daarin; doch indien hun kwaad overkomt, om hetgeen hunne handen te voren hebben bedreven, wanhopen zij.
أَوَلَمْ يَرَوْا۟ أَنَّ ٱللَّهَ يَبْسُطُ ٱلرِّزْقَ لِمَن يَشَآءُ وَيَقْدِرُ إِنَّ فِى ذَٰلِكَ لَءَايَٰتٍ لِّقَوْمٍ يُؤْمِنُونَ
Awalam yaraw anna Allaha yabsutu alrrizqa liman yashao wayaqdiru inna fee thalika laayatin liqawmin yuminoona
Zien zij niet dat God een overvloedigen voorraad schenkt aan degenen die hem behagen en spaarzaam is naar zijn wil?
فَـَٔاتِ ذَا ٱلْقُرْبَىٰ حَقَّهُۥ وَٱلْمِسْكِينَ وَٱبْنَ ٱلسَّبِيلِ ذَٰلِكَ خَيْرٌ لِّلَّذِينَ يُرِيدُونَ وَجْهَ ٱللَّهِ وَأُو۟لَٰٓئِكَ هُمُ ٱلْمُفْلِحُونَ
Faati tha alqurba haqqahu waalmiskeena waibna alssabeeli thalika khayrun lillatheena yureedoona wajha Allahi waolaika humu almuflihoona
Geef hem, die met u verwant is, datgene wat gij hem in billijkheid verplicht zijt, en ook aan den arme en den vreemdeling; dit is beter voor hen die Gods aangezicht zoeken, en zij zullen voorspoed genieten.
وَمَآ ءَاتَيْتُم مِّن رِّبًا لِّيَرْبُوَا۟ فِىٓ أَمْوَٰلِ ٱلنَّاسِ فَلَا يَرْبُوا۟ عِندَ ٱللَّهِ وَمَآ ءَاتَيْتُم مِّن زَكَوٰةٍ تُرِيدُونَ وَجْهَ ٱللَّهِ فَأُو۟لَٰٓئِكَ هُمُ ٱلْمُضْعِفُونَ
Wama ataytum min riban liyarbuwa fee amwali alnnasi fala yarboo AAinda Allahi wama ataytum min zakatin tureedoona wajha Allahi faolaika humu almudAAifoona
Wat gij in woeker zult geven, om het uwe met der menschen bezittingen te vergrooten, zal niet vergroot worden, dan door Gods zegen; maar wat gij aan aalmoezen geeft voor Gods zaak, daarvoor zult gij eene tweevoudige belooning ontvangen.
ٱللَّهُ ٱلَّذِى خَلَقَكُمْ ثُمَّ رَزَقَكُمْ ثُمَّ يُمِيتُكُمْ ثُمَّ يُحْيِيكُمْ هَلْ مِن شُرَكَآئِكُم مَّن يَفْعَلُ مِن ذَٰلِكُم مِّن شَىْءٍ سُبْحَٰنَهُۥ وَتَعَٰلَىٰ عَمَّا يُشْرِكُونَ
Allahu allathee khalaqakum thumma razaqakum thumma yumeetukum thumma yuhyeekum hal min shurakaikum man yafAAalu min thalikum min shayin subhanahu wataAAala AAamma yushrikoona
God is het die u geschapen en van voedsel voorzien heeft; daarna zal hij u doen sterven, en daarna zal hij u ten leven opwekken. Is er een uwer valsche goden, die in staat is het minste dezer dingen te doen? Geloofd zij hij en verre zij het van hem, wat zij met hem vereenigen.
Contact Us

Thanks for reaching out.
We'll get back to you soon.